Hoofdstuk 5.1 aflezen en controleren
1 / 16
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Terugblik.
Aantal consumpties x 0,50 + 5 = totale bedrag
Bereken het bedrag al het aantal consumpties 6 is.
Aantal consumpties x 0,50 + 5 = totale bedrag
Bereken het bedrag al het aantal consumpties 6 is.
A
6 x 0,50 + 5 = 8
B
6 + 5 x 0,50 = 8,50 euro
C
6 x 0,50 + 5 = 9 euro
D
6 x 0,50 + 5 = 8 euro
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat zijn de inkomsten na 2 uur werken?
A
10 euro
B
20 euro
C
30 euro
D
40 euro
Slide 7 - Quiz
De formule bij deze grafiek is:
inkomsten in euro's = 5 + 7,50 x aantal uren
Hoe controleer je het antwoord van de vorige vraag?
A
2 x 10 = 20
B
5 + 3 x 5 = 20
C
5 + 7,50 x 2 = 20
D
4 x 5 = 20
Slide 8 - Quiz
Lees uit de grafiek het aantal weken af dat hoort bij 50 euro.
A
11 weken
B
12 weken
C
14 weken
D
Dat kun je niet vinden.
Slide 9 - Quiz
De grafiek hoort bij de formule
10 x w - 70 = b.
Het aantal weken bij 50 euro is volgens ons 12 weken.
Controleer je antwoord door het aantal weken in te vullen in de formule.
10 x w - 70 = b.
Het aantal weken bij 50 euro is volgens ons 12 weken.
Controleer je antwoord door het aantal weken in te vullen in de formule.
A
10 x 50 - 70 = 430
B
10 x 12 - 70 = 50
C
10 x 12 - 70 = 50 euro
D
10 x 12 - 70 = 60
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel uren hoort bij 50 euro?
Slide 12 - Question ouverte
Gebruik de formule en controleer je antwoord.
Slide 13 - Question ouverte
Hoeveel uren hoort bij 90 euro?
Slide 14 - Question ouverte
Gebruik de formule en controleer je antwoord.
