Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Herhaling tijdvak 8
Slide 1 - Diapositive
De Industriële Revolutie werd versterkt door twee andere revoluties. Eén daarvan is de agrarische revolutie (meer voedsel = meer arbeiders). Hoe heet die andere revolutie en wat is de link met de Industriële Revolutie?
Slide 2 - Question ouverte
Op welke vergadering werd de 'oude orde' in de tijd ná Napoleon weer 'hersteld'?
A
Congres van Wenen (1815)
B
Congres van München (1938)
C
Tweede Vaticaans Concilie (1962)
D
Wannseeconferentie (1942)
Slide 3 - Quiz
Wat werd er eigenlijk 'hersteld' bij het Congres van Wenen (1815)?
Slide 4 - Carte mentale
Kort na 1815 ontstonden meerdere politieke stromingen die zich tegen de bestaande orde gingen verzetten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Nationalisme en liberalisme waren bewegingen van ...1... Het socialisme was een beweging van ...2...
A
1 arbeiders
2 burgerij
B
1 burgerij
2 arbeiders
C
1 burgerij
2 burgerij
D
1 arbeiders
2 arbeiders
Slide 6 - Quiz
Het socialisme is hetzelfde als het marxisme
A
JA
B
NEE
Slide 7 - Quiz
Noem 1 kenmerkend aspect uit tijdvak 8
Slide 8 - Carte mentale
In tijdvak 8 staan drie emancipatiebewegingen centraal. Noem er ten minste twee .
Slide 9 - Carte mentale
Welke link heeft de industriële revolutie met het moderne imperialisme? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Question ouverte
In 1871 werd het machtsevenwicht in Europa ernstig verstoord. Hoe kwam dat?
A
Italië verenigde zich als koninkrijk met een liberale grondwet.
B
Napoleon vestigt een groot Frans keizerrijk.
C
Rusland wilde meer machtsinvloed in Oost-Europa.
D
Frankrijk in de pan gehakt door Pruisen. Gevolg: Duitse eenwording
Slide 11 - Quiz
Tekst
machtigingswet
totalitair regime
dolkstootlegende
Volksgemeinschaft
rechtstaat
beurskrach
Slide 12 - Question de remorquage
timer
2:00
Monarch
Feminisme
Thorbecke
Troelstra
Rooms-Katholieken
Abraham Kuyper
Slide 13 - Question de remorquage
Plaats de zinnen in de juiste kolom.
Gebeurt de zin voor of na de grondwet van Thorbecke?
Voor de grondwet van Thorbecke
Na de grondwet van Thorbecke
De koning beslist alles alleen.
De ministers besturen het land.
Rijke burgers kiezen de Tweede Kamer.
De koning heeft alle macht.
Ministers geven advies aan de koning.
De koning mag niet langer dingen alleen regelen.
De volksvertegenwoordiging heeft de meeste macht.
Slide 14 - Question de remorquage
Liberalen
Socialisten
Thorbecke
Gelijkheid
Slide 15 - Question de remorquage
Geef per uitspraak aan door welke politiek leider die is gedaan.