1A Van Romeinse provincie naar nationalisme (tot 1918)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

1.A Van Romeinse provincie naar nationalisme (tot 1918)

Met Grietje Hulshoff

Wat gaan we vandaag doen?

• Waarover gaat dit hoofdstuk?
• Hoofdstuk 1 uitleg  
• Werken aan de eerste opdrachten

Ook deze les --> toets bespreken 

Israël en de Arabische wereld

• Dit is gevoelige lesstof en kan emoties oproepen.
• Ik probeer als docent zo neutraal mogelijk te blijven. 
• Je mag zeker een mening hebben maar denk goed na hoe je deze brengt en wat je zegt. 

Deelvraag

Waardoor leefden joden eeuwenlang in diaspora?

De Romeinse provincie Judea

• We gaan terug naar het jaar 1 
• Aan de middellandse zee ligt Palestina, en meer landinwaarts ligt Judea  
• De Joden vereerder 1 god, en wilden niet de Romeinse goden vereren.
• Hierdoor moesten ze meer belasting betalen. 
• De Joden kwamen al snel in opstand

Oorlog tegen de Romeinen

• De opstanden mondden uit in een oorlog die de Romeinen wonnen, uit wraak werden tempels verwoest en Joden vermoord. 
• Veel joden trokken weg uit Judea 
• De Romeinen hieven Judea op en stichtten Syria-Palestina
• De Joden verspreiden zich over de hele wereld 
• Een verspreiding van een volk over de wereld heet: Diaspora 

Anti-semitisme in de Middeleeuwen 

• De Joden die in Europa leefden hadden te maken met antisemitisme (Jodenhaat)
• Doordat ze vaak afgezonderd in groepen leefden en ze volgens de Christelijke kerk Jezus hadden verraden. 
• Ze kregen de schuld van rampen zoals de Pest.
• Er ontstonden extreme vormen van joden haat zoals het mishandelen en vermoorden van Joodse mensen. 

Wat is de Joodse diaspora? En hoe is deze ontstaan?

Bezig met de opdrachten 

Je maakt nu van 3.1  A + C (1, 3, 4, 5, 6)

Noem één mogelijk oorzaak van het antisemitisme in Europa in de middeleeuwen

Afsluiting