5. Romeinen, joden en christenen

5. Romeinen, joden en christenen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

5. Romeinen, joden en christenen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen waardoor het christendom meer aanhangers kreeg. 

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij eigenlijk
van het Christendom?

Slide 3 - Carte mentale

Wat was de Bataafse opstand en hoe liep deze af?

Slide 4 - Question ouverte

Noem 3 redenen waarom het slecht ging met het Romeinse rijk?

Slide 5 - Question ouverte

Welke twee veranderingen voerde Diocletianus door in het verdedigingssysteem?

Slide 6 - Question ouverte

Sleep de passende woorden bij de juiste vorm van bestuur van Rome
Rome als stadstaat
Rome als republiek
Rome als keizerrijk
Koning
Keizer
Senaat
Consuls

Slide 7 - Question de remorquage


➤Wat heeft keizer Diocletianus gedaan?
A
Van het christendom een staatsgodsdienst maken.
B
Constantinopel hoofdstad van het Romeinse Rijk gemaakt.
C
Het Romeinse Rijk in tweeën gesplitst.
D
Het bevel gegeven om Jezus te kruisigen.

Slide 8 - Quiz

perpetua en felicitas
-> martelaressen (203)

Slide 9 - Diapositive

Een revolutionair geloof! 
  • Voor de Romeinen gold:  Het leven is hard, de buit is voor de winnaar! 
  • Jezus zegt: "gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten."  
  • Gevolg: Christendom was héél aantrekklijk voor de armen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Jodendom
  • Het Christendom is ontstaan uit het Jodendom
  • 1750 v. Chr.
  • Monotheïstisch
  • Judea (nu Israël en Palestina)

Slide 12 - Diapositive

Een solidair geloof

  • Tijdens de vervolgingen hielpen zij elkaar
  • Messias 
  • Monotheïstisch 

Slide 13 - Diapositive

Heiligen 
Het christendom was natuurlijk monotheïstisch maar... 
Veel christenen uit deze periode die stierven voor hun geloof worden gezien als Heiligen
- Vaak begonnen ze slecht (heidens)(martelaren) - werden ze goed (christen) en daarvoor gestraft (dood). Ze worden daarom ook martelaren genoemd.
-Vaak afgebeeld met het instrument waarmee ze werden gedood. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Christenvervolgingen was een 'volkssport'. Hier worden ze voor de leeuwen geworpen. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Een beschermd geloof
  • Keizer Constantijn (308-337) 
  • Droomde dat Christus hem zou helpen in een veldslag
  • IHS - Wint de slag om de Milvische Brug 310
  • Edict van Milaan (313) geeft christenen bescherming tegen vervolging 
 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

De staatsgodsdienst
  • In 391 verbied Keizer Theodosius de verering van Grieks-Romeinse goden. (polytheïsme)
  • Vanaf dan wordt het christendom de staatsgodsdienst

Slide 20 - Diapositive

Organisatie van het Christendom
De bisschoppen:
  • Elk gebied waar christenen woonden had een eigen leider: de bisschop
  • De Paus was de belangrijkste bisschop!
  • De Paus zat in Rome

Slide 21 - Diapositive

Een nieuwe maatschappij (2)
Maastricht had een bisschopskerk (4e eeuw).
Bisschop Servatius werd in zijn kerk, buiten de muren van de stad, begraven. 
De stad groeide rond het Romeinse fort en de kerk.
Bisschoppen hadden bestuurlijke functies.

Slide 22 - Diapositive

En nu zelf! 
  • Beantwoord de vragen op de volgende slides. 
  • Ga daarna verder met de opdrachten voor het huiswerk.
  • Je blijft in de Teamsvergadering!  
  • Vragen kun je te allen tijde stellen aan de docent. 

Slide 23 - Diapositive

Het geloven in één God noemen we:
A
Polytheïsme
B
Monytheïsme
C
Monotheïsme
D
Polotheïsme

Slide 24 - Quiz

Waar komt het jodendom vandaan?
A
Nederland
B
China
C
Turkije
D
Palestina

Slide 25 - Quiz

Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.

Slide 26 - Quiz

Welke gebeurtenis is het langst geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 27 - Quiz

Welke gebeurtenis is het minst lang geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 28 - Quiz

Vanaf het jaar 312 mochten christenen niet meer vervolgd worden. Maar ook vóór die tijd groeide het christendom snel: steeds meer mensen werden christen. Geef daar drie redenen voor.

Slide 29 - Question ouverte