D Grammatik -t oder -d

K6 D Grammatik 
Werkwoorden met stam op -D en -T
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

K6 D Grammatik 
Werkwoorden met stam op -D en -T

Slide 1 - Diapositive

Wat is een heel werkwoord?
spielen
reden (praten)
antworten

Slide 2 - Diapositive

Wat is een heel werkwoord?
spielen
reden (praten)
antworten
Hoe vind je de stam van een werkwoord?

Hele werkwoord -en

spiel-
red-
antwort-

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het 
Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 1e naamval
timer
2:00
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 5 - Question de remorquage

Achtung

Slide 6 - Diapositive

Werkwoorden met stam op d of t
Bij de uitgang op st (du) wordt een extra e ingelast
ich rede
du redest

Slide 7 - Diapositive

Werkwoorden met stam op d of t
Bij de uitgang op st (du) wordt een extra e ingelast
ich rede
du redest
Dit gebeurt ook bij de uitgang op t (er/sie/es en ihr)
er/sie/es redet
ihr redet

Slide 8 - Diapositive

Werkwoorden met stam op d of t
Deze e wordt ook in het voltooid deelwoord ingelast.

Ich habe gestern mit ihr geredet.
Ik habe noch nicht geantwortet.

Slide 9 - Diapositive

Was (kosten) eine Gitarre?
A
kosten
B
kostet
C
kost
D
kots

Slide 10 - Quiz

Meine Schwester (reiten) jeden Samstag.
A
reitest
B
reit
C
reitet
D
geritten

Slide 11 - Quiz

Ihr (reden) nur über Fußball.
A
red
B
redet
C
redest
D
redt

Slide 12 - Quiz

(warten).............du bitte auf mich?
A
Warten
B
Wartet
C
Wartest
D
Wart

Slide 13 - Quiz

(baden) ihr auch gerne, wenn das Wetter schlecht ist?
A
Badest
B
Badet
C
Baden
D
Badt

Slide 14 - Quiz

Ich (melden) ..........mich, wenn ich Zeit habe, tennis zu spielen.
A
melde
B
meldest
C
meldet
D
melden

Slide 15 - Quiz

timer
2:00
starke Verben
schwache Verben
fahren
machen
heißen
nehmen
gehen
fallen

Slide 16 - Question de remorquage

Ich verstehe die Grammatik

Slide 17 - Diapositive