Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Aardrijkskunde 2.4: De Nederlandse bevolking
Meneer de Vries
Bevolkingsgroei
In 1850 had Nederland iets meer dan 3 miljoen inwoners. In 2016 waren dat er 17 miljoen.
Slide 1 - Diapositive
Les planning
Les doelen bespreken
Les doelen vorige les herhalen
Nieuwe theoretische kennis
Zelfstandig werken
Vooruitblik volgende les
Einde les
Slide 2 - Diapositive
Les doelen
Aan het einde van deze les weet jij:
Hoe de bevolkingsgroei gegaan is in Nederland vanaf 1900;
Wat de gevolge zijn voor de bevolkingsgroei;
De bevolkingssamenstelling van Nederland;
De bevolkingsspreiding van Nederland.
Slide 3 - Diapositive
In het noorden van Canada wonen maar een paar mensen per vierkante kilometer. Waar heeft dit mee te maken?
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsverspreiding
C
Migratie
D
Immigratie
Slide 4 - Quiz
In Duitsland wonen de mensen ongelijk over het land verdeeld.
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsverspreiding
C
Migratie
D
Immigratie
Slide 5 - Quiz
In Nederland wonen de meeste inwoners in het westen.
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsverspreiding
C
Migratie
D
Immigratie
Slide 6 - Quiz
Wat is de belangrijkste godsdienst in Europa?
Slide 7 - Question ouverte
Welke drie talen worden er in België gesproken?
Slide 8 - Question ouverte
Veel Afrikaanse landen zijn van een Europees land geweest. Welke twee talen kun je daarom in veel Afrikaanse landen nog horen spreken? Kies de juiste antwoorden.
A
Nederlands
B
Engels
C
Spaans
D
Frans
Slide 9 - Quiz
Leg in een goede zin uit waarom deze monnik bij dit cultuurgebied hoort.
Slide 10 - Question ouverte
Welk cultuurelement bepaalt dat deze monnik bij dit cultuurgebied hoort?
Slide 11 - Question ouverte
Leg uit wat deze foto met amerikanisering te maken heeft.
Slide 12 - Question ouverte
Leg uit wat deze foto met cultuurvermenging te maken heeft.
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Bevolking groeide in Nederland
Vanaf 1900 ging de bevolkingsgroei in Nederland snel, omdat dokters meer kennis kregen;
vanaf 1950 gaat de bevolkingsgroei erg snel, omdat er erg veel kinderen geboren werden;
Vanaf 2000 is er in Nederland een langzame bevolkingsgroei, omdat gezinnen maar 2 kinderen kregen over het algemeen.
Na de tweede wereld oorlog kwam er een babyboom. Mensen hadden weer vertrouwen in de toekomst en wilde dus weer kinderen op de wereld zetten.
Mensen die tussen 1941 en 1955 geboren zijn noemen we babyboomers.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
De randstad is dicht bevolkt, omdat daar de meeste werkgelegenheid is.
De meeste Nederlanders wonen in de stad.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Vanaf wanneer ging de bevolkingsgroei langzaam in Nederland?
A
1900
B
1950
C
2020
D
2000
Slide 20 - Quiz
Vanaf wanneer ging de bevolkingsgroei snel in Nederland?
A
1900
B
1950
C
2020
D
2000
Slide 21 - Quiz
Vanaf wanneer ging de bevolkingsgroei erg snel in Nederland?
A
1900
B
1950
C
2020
D
2000
Slide 22 - Quiz
Waarom denk je dat er na de Tweede Wereldoorlog zo veel kinderen werden geboren?
Slide 23 - Question ouverte
Is in Nederland de bevolking gelijk over het land verdeeld?
Slide 24 - Question ouverte
De meeste Nederlanders wonen in de stad.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
De bevolkingsdichtheid zegt iets over het aantal inwoners per vierkante kilometer.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Zelfstandig werken
Maak paragraaf 2.4.
Als je klaar bent, laat je werk dan ien aan de docent.
timer
1:00:00
Slide 27 - Diapositive
Einde
Volgende les gaat over: Nederland een multicultureel land.