Bedenk wat je publiek (bijvoorbeeld collega’s, medestudenten of klanten) wel of niet weet van het onderwerp. Hierdoor kun je inschatten wat ze interessant zullen vinden om te horen en hoe diep je op een onderwerp in moet gaan.
Verzamel informatie en denk na over de opbouw van je presentatie (zie bijlage Informatie verzamelen en verwerken ).
Bepaal de manier waarop je je informatie wilt presenteren. Laat je wel of niet dingen zien? Gebruik je wel of niet een presentatieprogramma? Enzovoort.
Slide 10 - Diapositive
Opening
Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening.
Slide 11 - Diapositive
Kun je een creatieve opening bedenken?
Slide 12 - Carte mentale
Creatieve opening
Citaat
Quiz
Raadsel
Humor
Anekdote
Bedankje
Een vraag aan je publiek
Enzovoorts...
Slide 13 - Diapositive
Tekststructuren
Afhankelijk van je onderwerp kies je 1 van onderstaande tekststructuren:
Slide 14 - Diapositive
Tekststructuren 2
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Wat is belangrijk aan je houding?
Slide 17 - Carte mentale
Houding
- Sta met twee benen op de grond. - Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. - Je armen langs je lichaam. - Rug recht, schouders naar achteren. - Ogen het publiek in.
Slide 18 - Diapositive
In een presentatie kun je verbale en non-verbale communicatie gebruiken....
Slide 19 - Diapositive
Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken
Slide 20 - Quiz
Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen
Slide 21 - Quiz
Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Tips voor gebruik van Powerpoint: - Gebruik zo min mogelijk slides en zo min mogelijk tekst.
- Gebruik hoofdletters en punten.
- Gebruik de hele tijd hetzelfde lettertype.
- Maak opsommingen zichtbaar met nummers, liggende streepjes of bolletjes.
- Oefen de presentatie met de slides. - Kijk niet steeds om of het beeld wel in orde is. Dit gaat ten koste van het oogcontact.
- Gebruik kleur voor duidelijkheid en nadruk en niet als versiering.
Slide 23 - Diapositive
Tips: - Spreek rustig en duidelijk. - Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. - Bedenk voor jezelf van tevoren vragen. Welke vragen zouden de toehoorders kunnen stellen? Weet je daar een antwoord op? - Zorg voor een logische indeling (kop - romp - staart) - Duidelijke zinnen