Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
WERK
Herhaling voor de toets
Slide 1 - Diapositive
H6.1
Veel overlapping tussen maatschappijkunde en paragraaf 1
Slide 2 - Diapositive
H6.2
Slide 3 - Diapositive
Er zijn vijf mogelijkheden om aan een baantje te komen;
Je zoekt een vacature online.
Open sollicitatie, binnen stappen bij een bedrijf.
Via een uitzendbureau, vooral tijdelijk / bijbaan.
Netwerken, via vrienden, kennissen of social media.
UWV WERKbedrijf, hulp vanuit de overheid.
Hoe kom je aan een baan?
Slide 4 - Diapositive
Solliciteren begint vaak met een sollicitatiebrief = je legt uit waarom jij de baan graag wilt hebben en waarom jij geschikt hiervoor bent. Dit stuur je op samen met een CV (Curriculum Vitae), een lijst met je gegevens, opleidingen en werkervaring.
Vervolgens kan je door het bedrijf uitgenodigd worden voor een sollicitatiegesprek, waarna je een arbeidscontract ondertekent.
Hoe kom je aan een baan?
Slide 5 - Diapositive
Zwart werken: Je betaald geen belasting, je hebt geen rechten, je kan ontslagen worden en bij ziekte niet doorbetaald. MAAR: meer geld, geen opleiding nodig, sneller aangenomen.
Arbeidscontract
Wit werken
Zwart werken
Slide 6 - Diapositive
H6.3
Slide 7 - Diapositive
Je maatschappelijke positie wordt bepaald door de volgende dingen:
Geld: veel loon, vaak een hogere positie.
Macht: eigen bedrijf -- personeel aannemen / ontslaan.
Aanzien: proefvoetballers, goed afronden moeilijke klus.
Kennis: arts weet meer dan verpleegkundige.
Talent: acteurs, voetballers etc.
Maatschappelijke positie
Slide 8 - Diapositive
Maatschappelijke ladder: alle maatschappelijke posities van laag naar hoog. Deze plek staat niet vast. Je kan klimmen of dalen, dit noemen we sociale mobiliteit. Hier zijn je persoonlijke eigenschappen (talent etc.) belangrijk bij.
Maatschappelijke positie
Slide 9 - Diapositive
H6.4
Slide 10 - Diapositive
Sociale ongelijkheid: niet iedereen heeft gelijke kansen in de samenleving. Dit kan bijvoorbeeld komen door discriminatie, vooral bij:
Mensen met een migratieachtergrond: vooroordelen, bijv. denken dat ze stelen.
Vrouwen: bang dat ze zwanger worden, parttime gaan werken, niet kunnen tillen...
Ouderen: des te ouder, des te meer loon (kost meer), ouderen sneller pensioen.
De overheid wil sociale ongelijkheid tegen gaan door;
Kwalificatieplicht: niet van school zonder diploma.
Grote bedrijven moeten verplicht mensen met een beperking aannemen.
Als je geen werk hebt kom je in aanmerking voor bijstand.
Sociale ongelijkheid
Slide 11 - Diapositive
In Nederland zorgt de overheid voor haar burgers als dat nodig is, dit noemen we een verzorgingsstaat. Hoe kan je dit terug zien?
Werkloosheidsuitkering (WW): je loon wordt doorbetaald tot je nieuw werk vindt.
Algemene Ouderdomswet (AOW): ouderen krijgen iedere maand een bedrag.
Kinderbijslag: ouders krijgen per kind een bepaald bedrag.