Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Thema 11 - Media
De Koude Oorlog
Klas 2BK
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Ik kan uitleggen wat communisme en kapitalisme betekent.
Ik kan uitleggen wat het verschil tussen kapitalisme en communisme is
Ik kan uitleggen wat de Koude Oorlog inhield
Ik kan uitleggen wat er wordt bedoeld met het ‘IJzeren Gordijn’ en welke rol dit heeft gehad in de Koude Oorlog
Slide 2 - Diapositive
Bezettingzones
Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland verdeeld in vier bezettingzones.
Slide 3 - Diapositive
Berlijn
Hoofdstad van Duitsland.
Na de Tweede Wereldoorlog werd ook Berlijn verdeeld onder de geallieerden.
Slide 4 - Diapositive
Blokkade van Berlijn
1948-1949 .
Stalin probeerde de westerse geallieerden uit Berlijn weg te krijgen. Hij sloot daarom de wegen naar West-Berlijn af.
Slide 5 - Diapositive
Blokkade van Berlijn
Amerikanen gaven niet zomaar op en gingen West-Berlijn door de lucht bevoorraden. (zie foto)
Stalin gaf op na 11 maanden. Kort daarna twee aparte staten: BRD en DDR
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin vooral gedreigd wordt
Slide 8 - Quiz
Koude Oorlog
1945 - 1989
Het is nooit tot een echte oorlog gekomen -> er waren spanningen tussen het Oost- en Westblok. Hun ideeën verschilden en ze vertrouwden elkaar niet.
Slide 9 - Diapositive
Westblok
De Verenigde Staten en landen in West- en Zuid-Europa tijdens de Koude Oorlog.
Oostblok
De communistische landen onder leiding van de Sovet-Unie tijdens de Koude Oorlog.
Slide 10 - Diapositive
Grootmacht
De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie waren na de Tweede Wereldoorlog de twee sterkste landen.
Ze hadden alleen niet dezelfde ideeën.
Slide 11 - Diapositive
Welke zin gaat over de Koude Oorlog?
A
De Koude Oorlog duurde 3 jaar
B
In de Koude Oorlog was het gemiddelde weer 5 graden
C
De Koude Oorlog begon na WO 2
D
De Koude Oorlog vond plaats voor WO 2
Slide 12 - Quiz
Verenigde Staten
Kapitalisme
Vrijemarkteconomie
Democratie en vrijheid
Sovjet-Unie
Communisme
Planeconomie
Geen democratie of vrijheid
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Verenigde Staten
Kapitalisme
Economie waarin bedrijven produceren en handelen om winst te maken.
Sovjet-Unie
Communisme
Politiek systeem met een dictatuur van één politieke partij die gelijkheid belangrijk vindt.
Slide 15 - Diapositive
Waar past het bij? "Een land waar iedereen een bedrijf mag beginnen"
A
Communisme
B
Kapitalisme
Slide 16 - Quiz
Waar past het bij? "Een kleiner verschil tussen arm en rijk"
A
Communisme
B
Kapitalisme
Slide 17 - Quiz
Vrijemarkteconomie
Iedereen mag een eigen bedrijf starten om winst te maken.
Verschil tussen arm en rijk.
Past bij kapitalisme.
Verenigde Staten en het Westblok
Slide 18 - Diapositive
Planeconomie
De overheid bepaalt wat er geproduceerd moest worden in een fabriek of op een boerderij.
Past bij het communisme.
Sovjet-Unie.
Slide 19 - Diapositive
Communisme
A
Vrijemarkteconomie
B
Planeconomie
Slide 20 - Quiz
Het begrip 'vrijemarkteconomie' (vrijheid om een eigen bedrijf te starten) hoort bij.
A
kapitalisme
B
communisme
C
beide ideologieën
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Vidéo
IJzeren Gordijn
Grens tussen het Oostblok en het Westblok tijdens de Koude Oorlog.
Beiden wilden niet dat mensen ideeën van de ander over zouden nemen. Daarom probeerden ze hun eigen land te beschermen tegen de invloed van de vijand.
Slide 23 - Diapositive
Op de foto zie je een bouwwerk van de Oost-Duitsers dat moest voorkomen dat veel Oost-Duitsers naar het westen zouden vluchten. Hoe noemen we dat bouwwerk?
A
IJzeren gordijn
B
De stenen grens
C
De Berlijnse muur
D
De Oostgrens
Slide 24 - Quiz
Wie bouwde het Ijzeren Gordijn?
A
Oostblok landen
B
Westblok landen
Slide 25 - Quiz
Zelfstandig werken
Learnbeat
Ga naar 5.2 De Koude Oorlog
Je maakt hier Opdrachten I (B) en gaat deze nakijken
Ben je klaar? Begin met de Differentiatie (M) en kijk deze na.