week 2 les 1

Melis
Gabriela
Yash
Kyan
Noah
Jonathan
Vera
Julia
Olivier
Thijmen
Clark
Bas M.
Bas G.
Britta
Sofia
Stefania
Liz
Chakir
Kubilay
Isabel
Meike
Luka
Bram
Casper
Liyana
Docent
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Melis
Gabriela
Yash
Kyan
Noah
Jonathan
Vera
Julia
Olivier
Thijmen
Clark
Bas M.
Bas G.
Britta
Sofia
Stefania
Liz
Chakir
Kubilay
Isabel
Meike
Luka
Bram
Casper
Liyana
Docent

Slide 1 - Diapositive

  • Voca
Comment ça va?
Wat geef je als antwoord en welke vraag stel je aan mij?

Slide 2 - Diapositive

  • les devoirs
  • grammaire - être
  • parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • ken ik het eerste onregelmatige ww in het Frans
  • Ik kan het ww être toepassen
  • heb ik geoefend met praten in het Frans

Slide 3 - Diapositive

Formatieve toets
apprendre 1 en 2 (fr-n en n-fr - blz 36)
Apprendre 3 - être (blz 37)

Slide 4 - Diapositive

Overhoren - vind de fouten 1/2
le ami
le college
la pays
ausi

Slide 5 - Diapositive

Vertaal de woorden 2/2

de straat
de school
de stad
groot
ik woon

Slide 6 - Diapositive

nakijken exercice 3 a 
1  de muziek
2 het ziekenhuis
3 de supermarkt
4 het vliegveld
5 een olifant
6 een sinaasappel
7 bedankt
8 feliciteren
9 heerlijk
10 smakeijk eten


un/une = een
le, la, l' = het

Slide 7 - Diapositive

Exercice 4
samen doen
Frans laten lezen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Vervoeging werkwoord être
ik ben                                  je suis
jij bent                                tu es
hij/zij/men/ is                  il / elle / on /   est
wij zijn                                 nous sommes
jullie zijn / u bent            vous êtes
zij zijn                                   ils / elles  sont


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Spiek op blz 19 en start chromebook

Slide 12 - Diapositive

Maxime et Claire ... des amies.
A
sont
B
est

Slide 13 - Quiz

Vous ... français?

Slide 14 - Question ouverte

Tu ... mon ami.

Slide 15 - Question ouverte

Non, je ... néerlandais.

Slide 16 - Question ouverte

Pierre ... grand.

Slide 17 - Question ouverte

Marc ........(is)

Slide 18 - Question ouverte

Marc et Lisa .....(zijn)

Slide 19 - Question ouverte

Hoe vertaal je: het is
A
il est
B
elle est
C
c'est

Slide 20 - Quiz

Elle ... une fille.
A
es
B
est

Slide 21 - Quiz

Je ... Pierre.
A
suis
B
sont

Slide 22 - Quiz

Nous ... à l'école.
A
sommes
B
êtes

Slide 23 - Quiz

Samen oefenen
Exercice 8a-3 blz 19

Zet tijdens het luisteren het nummer van de zin achter de vorm die je hoort.

Slide 24 - Diapositive

Zelf aan de slag
maak exercice 8b, 8c, 8d

Klaar? exercice 9 en 10 blz 21
Voor exercice 9 heb je oortjes en chromebook nodig

Slide 25 - Diapositive

Parler - Hoe zeg je?
hallo, hoe gaat het?
Het gaat, dank je

Slide 26 - Diapositive

Schrijf op in je schrift!
Bonjour, ça va?
Ça va, merci.

Slide 27 - Diapositive

Hoe zeg je?
Ik woon in Delft, en jij?
Ik woon ook in Delft
Ik? ik woon in Schipluiden.

Slide 28 - Diapositive

Schrijf op in je schrift!
J'habite à Delft, et toi?
J'habite aussi à Delft
Moi? J'habite à Schipluiden

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

les devoirs
leer werkwoord être
maak (af) exercice 9 en 10 blz 21
volgende les, spelletje met de bal

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo