8.4 Machten en de rekenmachine

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

8.4 Machten en de rekenmachine
Havo 
Pak je rekenmachine erbij

Slide 2 - Diapositive

Planning
Machten berekenen met de rekenmachine
De wetenschappelijke notatie
De wetenschappelijke notatie op de rekenmachine

Aan de slag

Formule bingo

Slide 3 - Diapositive

Machten berekenen met de rekenmachine

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 43a
Bereken
Rond af op twee decimalen.
5,63

Slide 5 - Question ouverte

Opdracht 43b
Bereken
Rond af op twee decimalen.
0,9545,2

Slide 6 - Question ouverte

Opdracht 43c
Bereken
Rond af op twee decimalen.
(2,6)41,73

Slide 7 - Question ouverte

Opdracht 43d
Bereken
Rond af op twee decimalen.
0,582,53(1,4)3

Slide 8 - Question ouverte

De wetenschappelijke notatie
Wanneer getallen heel groot of heel klein zijn, is het lastig om met deze getallen te rekenen. 
dan kan je het getal op een andere manier noteren: de wetenschappelijke notatie.  

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Grote getallen
Duizend     1 000
Miljoen       1 000 000    
Miljard        1 000 000 000
Biljoen        1 000 000 000 000
Biljard         1 000 000 000 000 000 
103
106
109
1012
1015

Slide 11 - Diapositive

De wetenschappelijke notatie
3.000 kunnen we schrijven als          duizend.
3.000 kunnen we ook schrijven als

6.700.000 = 
9,2   105 =

Let op het is altijd een getal tussen 0 - 10

Slide 12 - Diapositive


Schrijf in de wetenschappelijke notatie
480.000
A
480103
B
0,48106
C
4,8105
D
0,48miljoen

Slide 13 - Quiz

De wetenschappelijke notatie op de rekenmachine

Slide 14 - Diapositive


Schrijf in de wetenschappelijke notatie
158
A
158
B
15,810
C
1,58102
D
0,158103

Slide 15 - Quiz


Schrijf in de gewone notatie
5,7105
A
5,700000
B
5,70000
C
5.700.000
D
570.000

Slide 16 - Quiz


Schrijf in de gewone notatie
1,236104
A
1,2360000
B
12.360
C
12,36duizend
D
1.236

Slide 17 - Quiz

Klopt dit?
4,28105=428000
Ja
Nee

Slide 18 - Sondage

Klopt dit?
152500=15,25104
Ja
Nee

Slide 19 - Sondage

Te maken opdrachten
H8.4: blz 114 opgaven 56 t/m 59, 63 , 64
Ben je klaar tijdens de les kan je verder met opgave 60,61
  

- Netjes uitwerken door eerst over te nemen en daaronder uit te werken in je schrift





verplicht te doen

Slide 20 - Diapositive