Werkwoordspelling les 5: infinitief

Werkwoordspelling
Nederlands
werkwoordspelling

Les 5: Infinitief

VWO 2
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
Nederlands
werkwoordspelling

Les 5: Infinitief

VWO 2

Slide 1 - Diapositive

Je kunt nu...
... een samengestelde zin herkennen ✅
... de persoonsvorm in een zin vinden ✅
... het onderwerp in een zin vinden ✅
... het voegwoord in een zin benoemen ✅
... de PVTT & PVVT in een zin vervoegen ✅
... het voltooid deelwoord in een zin vervoegen ✅
... het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord in een zin vervoegen ✅
... werkwoorden vervoegen, die oorspronkelijk uit het Engels komen ✅

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les weet je...

... hoe je de infinitief in een zin vervoegt.
... hoe je de infinitief en het voltooid deelwoord van elkaar onderscheidt.
... hoe je de infinitief en de persoonsvorm tegenwoordige tijd (meervoud) van elkaar onderscheidt.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

'Te' hoeft niet in de zin te staan.
  • Wij moeten gaan slapen
  • Ik heb hard moeten lachen
  • Het gaat gebeuren
  • Wij moeten hebben geslapen 
  • Ik heb hard gelachen 
  • Het is gebeurd

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

  • Hij lag te slapen
  • Hij ligt te slapen.    
  • Zij liggen te slapen.
Enkelvoud - TT
Enkelvoud - VT
Meervoud
     liggen / slapen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm TT of infinitief?

Slide 9 - Diapositive

Voltooid deelwoord of infinitief?
Twijfel je? Vul lopen in

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Klaar?
Maak de LessonUp

Slide 12 - Diapositive