Herhalingsles 2: 2020 2021

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Maak een foto van jouw antwoord op opdracht 6 (Work it out 1/blz. 13 opdrachtenboek)

Slide 2 - Question ouverte

De schaal is 1:500.000
Twee plaatsen liggen 3 cm uit elkaar.
Hoeveel km liggen ze uit elkaar?
A
1.500.000 km
B
1.500 km
C
150 km
D
15 km

Slide 3 - Quiz

De schaal is 1:500.000
Twee plaatsen liggen 3 cm uit elkaar.
Hoeveel km liggen ze uit elkaar?
1 cm is 500.000 cm
1 cm is 5 km (- 5 nullen)
3 cm is 3 x 5 = 15 km

Slide 4 - Diapositive

Twee plaatsen liggen op een kaart 4 cm uit elkaar.
In werkelijkheid liggen ze 8 km uit elkaar.
De schaal is 1: 200.000
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Twee plaatsen liggen op een kaart 4 cm uit elkaar.
In werkelijkheid liggen ze 8 km uit elkaar.
De schaal is 1: 200.000
4 cm is 8 km
1 cm is 2 km (delen door 4)
1 cm is 200.000 cm (+ 5 nullen)
De schaal is 1: 200.000

Slide 6 - Diapositive

Bereken het BNP/hoofd.
aantal inwoners 20
inkomen 1.000 euro
A
20.000 euro
B
0,02 euro
C
50 euro
D
?

Slide 7 - Quiz

Bereken het BNP/hoofd.
aantal inwoners 20
inkomen 1.000 euro



BNP/hoofd = inkomen per jaar / aantal inwoners
1.000 / 20 = 50

Slide 8 - Diapositive

De BRIC-landen zijn
A
achterblijvers
B
koplopers
C
volgers

Slide 9 - Quiz

Rusland is een koploper
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

Je kijkt naar de levensverwachting, alfabetiseringsgraad en de koopkracht. Je meet ...
A
welvaart
B
welzijn

Slide 11 - Quiz

Welvaart
Welzijn
BNP/hoofd
Koploper
centrumlanden
Volgers
BRIC-landen
Achterblijvers
Levensverwachting
alfabetiseringsgraad
koopkracht

Slide 12 - Question de remorquage

Arm of rijk?
Welzijn
Welvaart
3 groepen landen
Bnp/hoofd
BRIC-landen
koplopers
centrumlanden
volgers
achterblijvers
levensverwachting
alfabetiseringsgraad
koopkracht

Slide 13 - Diapositive


A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 14 - Quiz


A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 15 - Quiz


A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 16 - Quiz


A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 17 - Quiz

Hoe noemen we verschillen in welvaart tussen mensen?
A
regionale ongelijkheid
B
sociale ongelijkheid

Slide 18 - Quiz

Achterblijvers hebben een lage levensverwachting.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

Koplopers hebben een lage welvaart.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Hoe noemen we verschillen in welvaart tussen gebieden?
A
regionale ongelijkheid
B
sociale ongelijkheid

Slide 21 - Quiz

Wat is een multinational?
A
Een bedrijf dat zijn hoofdkantoor in Nederland heeft.
B
Een bedrijf dat in veel landen een fabriek of kantoor heeft.
C
Een groot exporteur van Nederlandse landbouwproducten.
D
Een Nederlandse bank die veel geld steekt in Amerikaanse bedrijven.

Slide 22 - Quiz

Wat is een mainport?
A
Belangrijke haven waar veel containerschepen worden gelost.
B
Een groot vliegveld als Schiphol waar veel vliegtuigen landen en opstijgen.
C
Haven of vliegveld, een grote rol spelend in het internationale vervoer.
D
Een haven of vliegveld belangrijk voor het binnenlands vervoer.

Slide 23 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
‘De bevolking is goed opgeleid en spreekt meerdere talen.’
A
distributieland
B
achterland
C
infrastructuur
D
vestigingsplaatsfactor

Slide 24 - Quiz

Uitvoer = export
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Als een land voor meer geld exporteert dan importeert is de handelsbalans positief.
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive