Ordenen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Wat ga je doen?

Je gaat deze les zelfstandig maken.

In de les zitten filmpjes.

Deze filmpjes moet je bekijken.

De les bevat ook oefenvragen.

Deze vragen moet je maken. 

Succes!

Waar denk jij aan bij ordening?

Ordening in RIJKEN

Organismen kun je indelen in 4 rijken:

- bacteriën

- schimmels

- planten

- dieren

Ordening in RIJKEN

1. Kijk naar de soort cellen:

                                   -zonder celwand en zonder bladgroen: DIEREN

                                   -met celwand en met bladgroen:           PLANTEN

                                   -met celwand, zonder bladgroen: SCHIMMELS of BACTERIËN

Waar ging het filmpje over? Benoem de onderwerpen

Celkern

Regelt alles wat er in een cel gebeurt.

Celwand

Is een laagje om de cel heen die zorgt voor stevigheid.

Bladgroenkorrels

Geven groene kleur aan bladeren.

De cellen van een appelboom hebben een kern

1. Ja
2. Nee

De cellen van mijn spieren hebben een kern

1. Ja
2. Nee

De cellen van een waterlelie hebben een celwand

1. Ja
2. Nee

Bacteriën

Bacterien

Bacterien komen overal voor, ook in en op je lichaam.

Ze bestaan uit 1 cel en planten zich voort door deling.

Ze zijn nuttig maar kunnen ook gevaarlijk zijn.

Nuttig: ruimen dode resten op in de natuur, zitten in voedsel (yoghurt en kaas) zittrn in je lichaam.

Schadelijk: ziek worden, voedsel bederven

Bacterien   

Voordelen
- Ruimen organische resten op 
- Voedingsmiddelen maken
Nadelen
- Ziekteverwekkers.
- Laten eten bederven.

Er zijn ook nuttige bacteriën

1. Waar
2. Niet waar

Geef 2 voorbeelden dat bacteriën ook nuttig kunnen zijn

Schimmels

Schimmels planten zich voort door sporen.

Schimmels kunnen nuttig zijn: ze ruimen dode resten op, het zit in voedsel, bier, wijn en brood, sommige schimmels kun je eten. 

Schimmels kunnen ook schadelijk zijn, denk aan zwemmerseczeem en ze bederven voedsel.

Welke schimmel kun je eten?

Voedselproductie door...

1. Bacteriën
2. Schimmels

Schimmels bestaan uit draden.

1. Waar
2. Niet waar

Cellen van schimmels hebben géén celkern

1. waar
2. niet waar

Planten

3 afdelingen:

- wieren

- sporeplanten

- zaadplanten

Planten

Zaadplanten hebben bloemen, planten zich voort door zaden

Sporenplanten hebben geen bloemen, planten zich voort door sporen. Varens en mossen zijn hier voorbeelden van.

Hebben alle planten bloemen?

1. Ja
2. Nee

Hoe planten sporenplanten zich voort

1. Zaden
2. Sporen
3. Mossen
4. Varens

EINDE

Einde van de les.

Je kunt de les nu afsluiten.

De docent kan je score zien.