1.1 Rekenen met geld

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom

Paragraaf 1.1 Rekenen met geld 

Leg bladzijde 12 voor je open!

Wat heb je het laatste gekocht?

Voorkennis

Wat weet je al?

Lesdoelen

voorkennis ophalen

Krijg je geld terug of moet
je betalen?

1. Geld terug
2. Betalen

Ik kan afronden bij PRIJZEN en CONTANT GELD.

1. ja
2. nee

Vind je dat je geld tekort komt?

1. Ja
2. Nee

Hoeveel geld is dit samen?

200 + 20 + 2 =

1. 222
2. 242
3. 200202
4. 2022

Op hoeveel decimalen rond je geld af?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Fenna heeft een folderwijk en verdient iedere week 36 euro. Ze spaart steeds de helft van haar verdiende geld. Hoeveel weken moet ze sparen voor ze 200 euro gespaard heeft?

1. 16 weken
2. 10 weken
3. 12 weken
4. 13 weken

Afronden met geld doen we per......

1. €0,01 cent
2. €0,05 cent
3. €0,10 cent
4. We ronden niet af met geld

Marco gaat met zijn matties naar een fris-feest. De prijs aan de ingang €2,50. Voor elke drankje is het €1,- Marco drink wel 13 drankjes. Hoeveel geld is hij kwijt.

1. € 13,-
2. € 32,50
3. € 150,-
4. € 15,50

Pieter koopt voor 1,99 en voor 3,25 en voor 4,65 en voor 6,88
Hoeveel geld moet hij ongeveer betalen?

1. 15 euro
2. 14 euro
3. 17 euro
4. 16 euro

Maak een foto van je gemaakte sommen

Lesafsluiting

• Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

• Klaar voor de quiz?