Introductie Drama leerjaar 1

Introductie Drama 

leerjaar 1

Drama regels

• Niet uitlachen, stil zijn in het publiek, aandacht bij de speelvloer, altijd applaus na presentatie.
  
  
• Tassen onder het bord.
• Starten in de kring.
• Alleen gebruik van attributen/kleding/decor op mijn  aanwijzing. 
• De rode blokken zijn decor, niet voor in het publiek.
  

Theater

Wie heeft al een idee wat een tableau vivant is?

Tableau vivant: wat is dat?

• Een tableau vivant is een 'levend schilderij.'
  
  
• Acteurs vormen een beeld.
  
  
• Stilstaande, zwijgende spelers in kostuums in een bepaalde houding met decorstukken

Ontstaan

• 1223 'Franciscus van Assisi' >  Grot bij een Italiaans drop
  het kerstverhaal als tableau vivant
• Populair in de middeleeuwen!
  
  
• Opgevoerd bij feesten en politieke bijeenkomsten
• Bijbels verhaal, een belangrijke historische gebeurtenis, een allegorie*, een schilderij enz.

Allegorie: Iets of iemand dat in zijn geheel symbool staat voor iets anders (metafoor) 

(on)deugden

moed of kracht = leeuw, 

sluwheid= slang

roem= lauwerkrans 

Populair door de geschiedenis heen!

• Plechtigheid van staatshoofden, een koninklijk huwelijk of een kroning.
• Moraliteiten voorstellingen 
  
  
• (15e – 16e eeuw) op wagens tijdens hun optochten
  
  
• Renaissance werden deze vertoningen ingericht bij belangrijke historische gebeurtenissen.

Tableaux vivant: Vrede van Münster (1648)

Steeds meer in het theater

• Statisch tafereel
  (soort groepsfoto) 
  
  
• Bij het begin of aan het einde van een voorstelling
  
  
  
• De laatste scène van De revisor van Gogol (Rubens)

18 en 19e eeuwse theatervorm

• Amusement!
  > feestjes bij de rijkere burgerij
  
  
• Op het toneel verschijnen verschillende tableaux vivants om een verhaal te vertellen. 
  
• Klaar staan in de juiste houding > gordijnen open en kon het publiek kijken (2 min)
  
•  Maatschappelijk probleem /  ideale oplossing 

 

Tegenwoordig

Waar kunnen we nu nog zoiets tegenkomen als een tableau vivant? 

Levende standbeelden

Tableau vivant: Hoe doe je dat?

• Compositie: hoe sta je t.o.v. elkaar?
• Houding: eigen lichaam
• Mimiek: gezichtsuitdrukking 

 

 Spanning vasthouden!

> wat wil je vertellen of uitdrukken?

1. waar sta je ?

2. hoe sta je?

3. hoe/waar kijk je naartoe (focus)?