Pleonasme en tautologie 3hv

planning van de les
5 min informeren over fictiedossier.
15 min uitleg pleonasme en tautologie.
5min vragen maken
15 min maken opdracht 1,2,3 woordenschat H4. 
 Les 2:
vragen stellen werkwoordspelling, uitleg werkwoordspelling + oefenen. 



1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

planning van de les
5 min informeren over fictiedossier.
15 min uitleg pleonasme en tautologie.
5min vragen maken
15 min maken opdracht 1,2,3 woordenschat H4. 
 Les 2:
vragen stellen werkwoordspelling, uitleg werkwoordspelling + oefenen. 



Slide 1 - Diapositive

Lesdoel: aan het eind van de les kan je tautologie en pleonasme onderscheiden en herkennen in zinnen. 
Wat weten we al van het pleonasme en de tautolgie af?  

Slide 2 - Diapositive

Pleonasme
Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort. Een pleonasme gebruik je om een eigenschap van iets te benadrukken (grijs beton, witte schimmel, groen gras etc.).
Als je een pleonasme gebruikt, moet je je wel afvragen of dat een functie heeft.

Slide 3 - Diapositive

Tautologie
Met een tautologie zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren tot dezelfde woordsoort.
Als je een tautologie gebruikt, moet je je wel afvragen of die een functie heeft.

 

Slide 4 - Diapositive

Het verschil tussen pleonasme en tautologie

Het verschil tussen het pleonasme en een tautologie is dat er bij het pleonasme iets wordt gezegd vóór het woord, wat het woord zelf al uitdrukt (denk aan de houten stam). Bij een tautologie wordt er hetzelfde gezegd met een ander woord.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 7 - Quiz

De ronde bal lag op de grond.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 8 - Quiz

Wij zijn genoodzaakt u te moeten ontslaan.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 9 - Quiz

In deze witte sneeuw heb ik een zonnebril nodig.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 10 - Quiz

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 11 - Quiz