Lesdoel: aan het eind van de les kan je tautologie en pleonasme onderscheiden en herkennen in zinnen.
Wat weten we al van het pleonasme en de tautolgie af?
Slide 2 - Diapositive
Pleonasme
Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort. Een pleonasme gebruik je om een eigenschap van iets te benadrukken (grijs beton, witte schimmel, groen gras etc.).
Als je een pleonasme gebruikt, moet je je wel afvragen of dat een functie heeft.
Slide 3 - Diapositive
Tautologie
Met een tautologie zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren tot dezelfde woordsoort.
Als je een tautologie gebruikt, moet je je wel afvragen of die een functie heeft.
Slide 4 - Diapositive
Het verschil tussen pleonasme en tautologie
Het verschil tussen het pleonasme en een tautologie is dat er bij het pleonasme iets wordt gezegd vóór het woord, wat het woord zelf al uitdrukt (denk aan de houten stam). Bij een tautologie wordt er hetzelfde gezegd met een ander woord.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 7 - Quiz
De ronde bal lag op de grond.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 8 - Quiz
Wij zijn genoodzaakt u te moeten ontslaan.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 9 - Quiz
In deze witte sneeuw heb ik een zonnebril nodig.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 10 - Quiz
Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.