Vragen bij 1.1 Overleven in Europa

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Overleven in Europa

Vragen bij paragraaf 1.1

Volgens de definitie die voor landbouw gebruikt wordt gaat landbouw om:

1. alle activiteiten van grond tot mond
2. alle activiteiten die door boeren worden verricht
3. alle activiteiten in de akkerbouw en veeteelt

Bedrijven die zorgen voor alle activiteiten in het proces na de productie van de boeren heten samen

1. actoren
2. agribusiness
3. landbouw
4. akkerbouw

Volgens de in het boek gebruikte definitie van landbouw is een pizzabezorger ook werkzaam in de landbouwsector

1. juist
2. onjuist

Wat is het gevolg van de langere keten van boer tot consument

1. de boeren verdienen hierdoor meer
2. er blijft minder geld over voor de boer
3. de producten worden goedkoper

In de landbouw is sprake van

1. mondialisering
2. industrialisering
3. mondialisering en industrialisering

Nederland behoort tot de top van grote voedselexporteurs ter wereld. Een van de belangrijkste reden hiervoor is

1. dat Nederland nog veel landbouwgrond heeft
2. dat in Nederland nog veel mensen werkzaam zijn in de landbouwsector.
3. dat Nederland veel aan innovatie doet
4. dat Nederland erg aan het vergrijzen in

Een andere belangrijke reden is

1. dat Nederland een klein landje is
2. dat Nederland een gunstige ligging heeft aan zee met een monding van grote rivieren
3. dat Nederland van oudsher goed is in landbouw activiteiten

In Polen is het % mensen werkzaam in de landbouw

1. lager dan in NL
2. hoger dan in NL

In Polen is het bruto binnenlands product/inwoner

1. lager dan in NL
2. hoger dan in NL

In Polen is de bijdrage van de landbouw aan het BNP

1. hoger dan in NL
2. lager dan in NL

Er zijn steeds meer actoren in de landbouw

1. juist
2. onjuist

Actoren in de landbouw zijn: boeren, agribusiness, overheden en internationale organisatie

1. juist
2. onjuist