3 Oktober

Was feiern die Deutschen am 3. Oktober?
1 / 18
suivant
Slide 1: Carte mentale
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Was feiern die Deutschen am 3. Oktober?

Slide 1 - Carte mentale

Direct na WO II
vanaf 1949: 

Slide 2 - Diapositive

5

Slide 3 - Vidéo

00:44
De regering in de DDR was erg streng en bepaalde veel. Wat kon je nog wel zelf bepalen
A
Bücher: welke boeken je wil lezen.
B
Musik: welke muziek je graag luistert
C
Meinung: wat je ergens van vindt.
D
Bettzeit: hoe laat je naar bed wil gaan.

Slide 4 - Quiz

00:57
Steeds meer mensen verlieten de DDR. Wat gebeurde er toen?
A
De BRD ging de grenzen steeds beter bewaken.
B
De DDR zorgde voor steeds meer grensbewaking.

Slide 5 - Quiz

01:19
Was geschah am 13 August 1961 in Berlin?
A
De grenzen werden gesloten, en de muur werd gebouwd.
B
Er werden plannen gemaakt om een muur te bouwen.
C
Er was een grote opstand

Slide 6 - Quiz

01:26
Waar zorgde de bouw van de muur voor?
A
Voor veel extra werkgelegenheid en dus meer koopkracht.
B
Dat je je vrienden en familie die in dezelfde stad woonde niet meer kon zien.
C
De waarde van de DDR-munt (Pfennig) steeg ineens enorm.
D
Eindelijk kon je weer vrij reizen.

Slide 7 - Quiz

01:55
Hoeveel jaar heeft de muur Berlijn gescheiden (alleen getal opschrijven).

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

2

Slide 10 - Vidéo

00:08
Oost Berlijn

Slide 11 - Diapositive

01:46
West Berlijn

Slide 12 - Diapositive

Welke verschillen zie/hoor je tussen Oost en West Berlijn?

Slide 13 - Question ouverte

Großschreibung
In het Nederlands: 
aan het begin van de zin
bij namen van mensen
bij namen plaatsen
In het Duits: 
  • aan het begin van de zin
  • bij namen van mensen
  • bij namen plaatsen
  • beleefdheidsvorm persoonlijk voornaamwoord Sie (u)
  • bij zelfstandig naamwoorden
Zelfstandig naamwoord kan je je altijd de/het/een of een bijvoeglijk naamwoord bij denken: de man, een aardige vrouw, het gehoorzame kind etc.

Slide 14 - Diapositive

Großschreibung
  • beleefdheidsvorm van persoonlijke voornaamwoorden
Voorbeeld: Sehr geehrte Frau Fischer, wir begrüßen Sie herzlich.

  • zelfstandig naamwoorden (woorden waar een lidwoord of onbepaald lidwoord voor kan staan)
der, die, das of ein  —dus de ,het of een vóór kan staan)
Voorbeeld: der Computer, die Mappe, ein Kind

Slide 15 - Diapositive

het bepaald lidwoord- der bestimmte Artikel
der, die, das und die = der groep
 die -
der -
das -
die -
vrouwelijk
mannelijk
onzijdig 
meervoud

Slide 16 - Diapositive

Het onbepaald lidwoord - der unbestimmte Artikel
ein und kein = ein groep
mannelijk                                            meervoud
ein Mann
kein Manne

vrouwelijk
eine Mutter
keine - Mutter

onzijdig
ein Kind
kein Kind

Slide 17 - Diapositive

timer
1:00
der
der
das
das
die
der
die
das

Slide 18 - Question de remorquage