25-10-lunes-v2-hora-ir

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

¡Bienvenidos!

¿Qué vamos a hacer?

Herhalen kloktijden

Herhalen verbo 'ir'

Een leesopdracht uit het boek maken

Hoe zat het ook alweer?

Bespreek in tweetallen, beantwoord de volgende vragen: 

1. Wat is de volgorde van het zeggen van de tijd?

2. Wanneer gebruik je 'es' en wanneer 'son'? 

3. Wanneer gebruik je 'y' en wanneer 'menos'? 

4. Wanneer gebruik je 'en punto'?

5. . Waar moet je nog meer aan denken?

La hora

Ejercicio 1

Ejercicio 2

Ejercicio 3

La hora

son las doce y media

¿Qué hora es?
13.15

¿Qué hora es?
13.40

¿Qué hora es?

¿Qué hora es?

Transcribe la hora:
22.25

Transcribe la hora:
10.50

Ik snap het klokkijken in het Spaans

😒🙁😐🙂😃

El verbo 'ir'

Yo

Tú

Él / ella / usted

Nosotros/-as

Vosotros/-as

Ellos / ellas / ustedes

voy

vas

va

vamos

vais

van

voy 

vas

va

vamos 

vais

van

YO 

tú 

Carlos 

Mis amigos y yo

Javier y tú 

Sara y Javier 

Completa con la forma correcta del verbo 'ir':
1. Mañana ... (yo) al cine.

Completa con la forma correcta del verbo 'ir':
2. ¿..... (vosotros) a comer en este bar?

Completa con la forma correcta del verbo 'ir':
3. Mis hermanos no ... de compras

Completa con la forma correcta del verbo 'ir':
4. Este verano ..... (nosotros) a la playa.

Paso Adelante (boek)

Boek 1 - Capítulo 4: Onderdeel H  (TB: p. 39; WB p. 21)

Maak de opdrachten 23 t/m 25c.

Maak het individueel. Als je ergens niet uitkomt, mag je zachtjes overleggen. 

Dit is ook het huiswerk

Eerder klaar? Leer de woordjes van capítulo 4. werkboek p. 31 y 32