H1 - les 5 mk en nk OT 1 en 2, dictee

- Maken en nakijken 1 en 2 (Over taal H1)
- dictee


1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

- Maken en nakijken 1 en 2 (Over taal H1)
- dictee


Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

Over taal H1:

Je kent de betekenis van diverse schooltaalwoorden en moeilijke woorden.

Je kent verschillende woordraadstrategieën en past die toe.





Slide 2 - Diapositive

Aan de slag

Over taal H1: 1, 2


klassikaal nakijken



Slide 3 - Diapositive

Nakijken opdracht 1 (Over taal H1)

  • 1 besluit, besluiten = afsluiten, eindigen
  • 2 wijt, wijten (aan) = zeggen dat iets ergens door komt
  • 3 handhaven = in stand houden
  • 4 accepteert, accepteren = aannemen
  • 5 gemonteerd, monteren = in elkaar zetten
  • 6 besluit, besluiten = beslissen




Slide 4 - Diapositive

Nakijken opdracht 1 (Over taal H1)

  • 7 garandeert, garanderen = beloven dat iets zeker of goed is
  • 8 onderscheiden, onderscheiden = als verschillend herkennen
  • verstrekt, verstrekken = geven
  • 10 constateren = (in)zien dat iets is zoals het is
  • 11 stimuleert, stimuleren = aanmoedigen
  • 12 verworven, verwerven = in je bezit krijgen
  • 13 onderscheiden = herkennen, waarnemen, zien







Slide 5 - Diapositive

Nakijken opdracht 1 (Over taal H1)

  • 14 suggereert, suggereren = (een idee) voorstellen
  • 15 reserveren = bewaren, vastleggen







Slide 6 - Diapositive

Nakijken opdracht 2 (Over taal H1)

  • 1 activeren = werkzaam maken
  • 2 doorstart (de) = nieuwe start na een mislukking

  • 3 een steentje bijdragen = meehelpen
  • 4 factor (de) = onderdeel, medeoorzaak
  • 5 failliet = bankroet, niet in staat schulden te betalen


Slide 7 - Diapositive

Nakijken opdracht 2 (Over taal H1)

  • 6 fanatiek = bezeten
  • 7 in eerste instantie = aanvankelijk, in het begin
  • 8 in het verschiet liggen = in de toekomst gaan gebeuren
  • 9 motorisch = in de manier waarop je beweegt
  • 10 reanimeren = weer tot leven wekken


Slide 8 - Diapositive

Dictee
De woorden moeten goed in je schrift komen, want op de repetitie wordt hiernaar gevraagd.

De docent doet nu het scherm even uit...

Slide 9 - Diapositive

Dictee Spelling H1 - 2 hv

1 Omdat Max de eerste plek had behaald, kreeg hij de gouden medaille.

2 Het tijdschrift waar ik al jaren abonnee van ben, is pas failliet verklaard.

3 Houd je mond, anders ontstaat er wellicht commotie!

4 Behendig leidt de dierenarts de dromedaris naar zijn weide.

5 Een portefeuille is hetzelfde als een portemonnee.






Slide 10 - Diapositive

Dictee Spelling H1 - 2 hv

6 De aanwezigen praatten vanmorgen van enthousiasme door elkaar.

7 Bij de commissie die de kas beheert, is een anoniem waarschuwingsbriefje bezorgd.

8 Vroeger lustte ik alleen mayonaise die gemaakt was met olijfolie.

9 Tijdens de barbecue serveerde de gastvrouw ook schijfjes ananas.

10 Mijn beste kameraad lijkt soms wel immuun voor kritiek.








Slide 11 - Diapositive