Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Een nieuw vak
Slide 1 - Diapositive
Natuurwetenschappen
Slide 2 - Carte mentale
Natuurwetenschappen
Natuurkunde Scheikunde Biologie
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen § 1.1
Je kunt beschrijven waar het vak natuurwetenschappen over gaat.
Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.
Je kunt uitleggen hoe röntgenstraling wordt gebruikt.
Slide 4 - Diapositive
natuurkunde
Als het vriest, dan verandert water in ijs (afbeelding 4). IJs is een vaste stof.
Water kan dus veranderen in waterdamp of in ijs.
Van waterdamp en ijs kun je weer water maken.
Slide 5 - Diapositive
scheikunde
Stoffen kunnen ook op een andere manier veranderen. Hout kan verbranden. Het hout verandert dan in houtskool, as en rook (afbeelding 5).
Van houtskool, as en rook kun je geen hout meer maken. Het hout is voor altijd veranderd in andere stoffen.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
natuur
Bliksem, stoffen, water, licht en geluid komen voor in de natuur. Natuurverschijnselen zijn dingen die gebeuren in de natuur. Bij n&t leer je hoe deze natuurverschijnselen werken.
Slide 8 - Diapositive
biologie
Ook het vak biologie gaat over de natuur. Maar biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten. Natuurkunde en scheikunde gaan over de niet-levende natuur.
Slide 9 - Diapositive
Natuurwetenschap
Doet onderzoek naar een verschijnsel in het dagelijks leven.
Door onderzoek en berekeningen verklaart de natuurwetenschap deze verschijnsels.
De natuurwetenschap wordt gebruikt door onderzoekers om een product uit te vinden.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Röntgenstraling
Wilhelm Conrad Röntgen (1845-1923)
Röntgenfoto's
Doorgelaten door: vel en spieren
Tegengehouden door: botten
Slide 12 - Diapositive
Röntgen
Slide 13 - Diapositive
Röntgen
Een röntgenfoto of röntgenopname is een foto of digitale opname die gemaakt wordt met behulp van röntgenstraling.
Röntgenfoto's worden gebruikt om afbeeldingen van het inwendige van het lichaam te maken. Als iemand een bot breekt, wordt er vaak in het ziekenhuis een röntgenfoto gemaakt. Ook tandartsen maken vaak röntgenfoto's.
Slide 14 - Diapositive
Een maag verteert eten en breekt voedingsstoffen in kleine stukjes.
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde
Slide 15 - Quiz
De accu van je telefoon opladen
De verbranding van een blok hout.
Het ademen van insecten.
Natuurkunde
Scheikunde
Biologie
Slide 16 - Question de remorquage
Als een stof verandert in andere stoffen, dan hoort dat bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
Slide 17 - Quiz
Natuurkunde gaat over de.....
A
Niet levende natuur die wel kan veranderen
B
niet levende natuur die niet kan veranderen
C
levende natuur
Slide 18 - Quiz
Wat is geen scheikundig verschijnsel.
A
Drogen van wasgoed
B
eitje bakken
C
verbranden van suiker
Slide 19 - Quiz
Onthouden
Natuurkunde en scheikunde gaan over natuurverschijnselen in de niet-levende natuur.
Biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten.
Natuurkunde en scheikunde gaan ook over stoffen.
Bij natuurkunde veranderen stoffen van toestand.
Bij scheikunde veranderen stoffen in andere stoffen.