Samenvatting Unit 4

Samenvatting Unit 4
Eerst KL uitleg
Dan KL & TL samen
Dan TL uitleg
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Samenvatting Unit 4
Eerst KL uitleg
Dan KL & TL samen
Dan TL uitleg

Slide 1 - Diapositive

Onderwerpen:
KL: 
- Wh- words (vraagwoorden)
- Present continuous (-ing vorm)
- This that these those
- 's of '

Slide 2 - Diapositive

Onderwerpen:
TL: 
- Imperative (wel doen, niet doen)
- Gerund (-ing vorm)
- This that these those
- 's of '

Slide 3 - Diapositive

Instructie KL

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wh- words
Who? 
Wie?
Persoon
Why?
Waarom?
Reden
How?
Hoe?
Manier
What?
Wat?
Dingen
When?
Wanneer?
Tijd
Where?
Waar?
Plaats

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Gezamelijke instructie

Slide 9 - Diapositive

Enkelvoud ->
Meervoud ->
Dichtbij
Ver weg

Slide 10 - Diapositive

Enkelvoud ->
Meervoud ->
Dichtbij
Ver weg

Slide 11 - Diapositive

Hoe komt je erachter?

1. Is het 1 ding of zijn het er meer?

2. Zijn ze dichtbij of ver weg?

Slide 12 - Diapositive

Signaalwoorden:

Dichtbij
- over here
- in my hand/bag/room
- close by
- next to


Ver(der) weg
- over there
- at the other side of
- at the end of
- behind



Slide 13 - Diapositive

this/that/these/those
this
1 ding, dichtbij
that
1 ding, ver weg
these
meerdere dingen, dichtbij
those
meerdere dingen, ver weg

Slide 14 - Diapositive

Possessive s

's of ' achter een woord geeft aan van wie het is

Bij één persoon (enkelvoud) altijd: 's

Bij meervoud: Eindigt het woord op een s? dan alleen '
Anders 's

Slide 15 - Diapositive

Examples

 the car of John = John's car
the book of James = James's book
the room of the girls = the girls' room
     clothes for men  = men's clothes
the boat of the sailors = the sailors' boat

Slide 16 - Diapositive

Summary
Altijd 's
Behalve bij
meervoud die al op een S eindigt > Dan alleen '

Slide 17 - Diapositive

Instructie TL

Slide 18 - Diapositive

Imperative
Je gebruikt de imperative ('gebiedende wijs') wanneer je zegt dat iemand iets moet doen. Je gebruikt dan het hele werkwoord.

Go left
Clean your room
Sit still




Slide 19 - Diapositive

Imperative
Wanneer je wil zeggen dat iemand iets NIET moet doen gebruik je don't. Je zet dit woord dan voor het hele werkwoord.

Don't go left
Don't clean your room
Don't sit still




Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive