1v - unité 2 - ma photo de vacances
1 / 14
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Voici une photo de vacances.
A
Hier is een vakantiefoto.
B
Hier is een familiefoto.
Slide 3 - Quiz
C'est en août.
A
Het is in september.
B
Het is in augustus.
C
Het is in de winter.
Slide 4 - Quiz
Nous sommes chez mes grands-parents à L'Orient, en Bretagne.
A
Wij zijn onderweg naar Orient, in Bretagne.
B
Wij zijn bij mijn grootouders in Orient, in Bretagne.
Slide 5 - Quiz
C'est l'anniversaire de maman.
A
Het is de verjaardag van mijn hond.
B
Het is de trouwdag van mijn moeder.
C
Het is de verjaardag van mama.
Slide 6 - Quiz
Papa a préparé un bon gâteau.
A
Papa heeft een boom omgehakt.
B
Papa heeft een lekkere taart gemaakt.
C
Papa heeft zijn been gebroken.
Slide 7 - Quiz
On est dans le jardin.
A
We zijn in de speeltuin.
B
We zijn in de dierentuin.
C
We zijn in de tuin.
Slide 8 - Quiz
Il y a des fleurs et des olives sur la table.
A
Er staan bloemen en olijven op de tafel.
B
Er staan bloemen en taart op de tafel.
C
Er staan staan taart en olijven op tafel.
Slide 9 - Quiz
Tout le monde rit.
A
Iedereen huilt.
B
Iedereen slaapt.
C
Niemand lacht.
D
Iedereen lacht.
Slide 10 - Quiz
Sur la photo, ils sont neuf.
A
Op de foto zijn ze met z'n negenen.
B
Op de foto ben ik negen jaar.
C
Er zijn negen foto's.
Slide 11 - Quiz
Moi, je ne suis pas sur la photo.
A
Ik sta ook op de foto.
B
Ik sta niet op de foto.
Slide 12 - Quiz
Je suis la photographe.
A
Ik ben de fotograaf.
B
Jij bent de fotograaf.
C
Hij is de fotograaf.
D
Zij zijn fotograaf.
