- Je kent de relaties in een familie in het Spaans
- Je kan iemand beschrijven zowel van uiterlijk als karakter
- Je kan de juiste bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
1 / 9
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 9 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
les 1
- Je kent de relaties in een familie in het Spaans
- Je kan iemand beschrijven zowel van uiterlijk als karakter
- Je kan de juiste bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
Slide 1 - Diapositive
La familia
Slide 2 - Diapositive
1. Familia
Vul de familieleden in
KIjk op de stamboom
Slide 3 - Diapositive
De tal palo, tal astilla
Tekstboek blz 34
5. Trabajo en familia
a. In restaurant Arzak werkt Juan Mari Arzak samen met zijn dochter Elena. Lees de beschrijvingen en schrijf eronder over wie ze gaan.
Slide 4 - Diapositive
De tal palo, tal astilla
Tekstboek blz 34
Vu
Vul het schema verder in...
Slide 5 - Diapositive
De tal palo, tal astilla
Tekstboek blz 34
d. Luister naar wat vrienden en klanten over Juan Mari en Elena Arzak zeggen. Kruis in het schema steeds aan over wie men wat zegt: over hem, over haar, of over allebei...
Let op:
Una chica alta
Ella es alta
Slide 6 - Diapositive
De tal palo, tal astilla
Tekstboek blz 35
6a Schrijf boven de rijtjes of ze over uiterlijk of karakter gaan. Zoek daarna in de woorden onder de rijtjes het tegenovergestelde. Welke 3 eigenschappen vind je vooral belangrijk in het bedrijfsleven?
Gordito/bajito
Om anderen niet te beledigen gebruikt men de verkleinvorm van gordo en bajo
Slide 7 - Diapositive
MP TB p. 35 Tarea 6b
Omschrijf een bekend persoon en gebruik daarvoor ongeveer 8 bijvoeglijke naamwoorden.
Voorbeeld
Es un hombre muy deportista. Tiene la nacionalidad española. Vive en Mallorca. Es un tenista famoso y muy popular. Es muy alto y moreno. Su mujer no es famosa pero es muy guapa, es morena y delgada.