MAVO NASK 1 EXAMENTRAINING

Examentraining 2
Wat ga je deze les doen: 
- Filmpje tips examen
- Uitleg thema
- Weet dingen oefenen

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Examentraining 2
Wat ga je deze les doen: 
- Filmpje tips examen
- Uitleg thema
- Weet dingen oefenen

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het einde van de les ben je iets beter voorbereid op je eindexamen

Slide 2 - Diapositive

Wat neem je mee naar je examen?

Slide 3 - Question ouverte

Examen tips

- Lees de vraag goed door, markeer evt belangrijke woorden

- Bij een rekenvraag: werk altijd volgens het stappenplan
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Oplossing:

Slide 4 - Diapositive

- Noteer altijd de berekening bij oplossing
- Noteer altijd een eenheid achter je antwoord als dat een getal is
- Dus antwoord is bijvoorbeeld: U = ..... V
(dus eerst grootheid = getal eenheid)
- Rond je antwoord aan het einde af, niet tussentijds

Slide 5 - Diapositive

- Bij een meerkeuze vraag is er maar één antwoord goed tenzij anders aangegeven, geef dan de hoofdletter.
 
- Leer dikgedrukte blauwe begrippen uit je boek uit je hoofd
- Oefen met examens van voorgaande jaren op examenblad
- Bekijk uitlegvideo's van nr Wietsma op YouTube

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Inhoud examen
Het examen NASK 1 bestaat grofweg uit de volgende thema's:
- Kracht & bewegen
- Elektriciteit & energie
- Stoffen & materialen
- Geluid

Slide 8 - Diapositive

Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 9 - Diapositive

Geluid
Wat ga je doen dit deel?
- Extra uitleg over het onderwep
- Weet vragen 
- Oefenen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Welke dingen had je altijd nodig voor geluid?

Slide 12 - Carte mentale

De ________ van een trilling geeft aan hoe ________ het geluid is. De eenheid van geluidssterkte is __________

De hoeveelheid trillingen geven de _________ aan. De eenheid hiervan is _________. 

_________ is de tijd die nodig is om een hele golf te maken in _________
Trillingstijd
Decibel
Hard/zacht
Hertz
Amplitude
Frequentie
Seconde

Slide 13 - Question de remorquage

De trillingstijd van een toon is 0,002 s. Bereken de frequentie van deze toon.
0,002
0,002
500

Slide 14 - Question de remorquage

De instelling bij de geluidsgolf is 2ms/div. Bereken de frequentie van de golf.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de gehoordrempel en de pijngrens?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het gehoorbereik van een mens ongeveer?
A
20-20000 Hz
B
10-2000 Hz
C
0-140 dB
D
50-250 dB

Slide 17 - Quiz

Het duurt 1,5 seconde om een puls te sturen naar de zeebodem en terug. Hoe diep is de zee?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Als 1 scooter 64 dB produceert, hoeveel dB produceren dan 16 scooters?
A
82 dB
B
73 dB
C
76 dB
D
79 dB

Slide 20 - Quiz

Stoffen
Wat ga je doen dit deel?
- Extra uitleg over het onderwep
- Weetvragen 
- Oefenen

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Welke stofeigenschappen ken je?

Slide 23 - Carte mentale

Waarom zou voor de volgende stof gekozen zijn?
Het laat geen stof door
Het glimt
Het is duurzaam
Het is doorzichtig

Slide 24 - Question de remorquage

sleep naar juiste pictogram!
corrosief
lange termijn gezondheidsgevaarlijk
ontvlambaar
oxiderend
giftig

Slide 25 - Question de remorquage

Bereken de dichtheid van het blokje. Van welke stof is het blokje?
p=Vm
p=(cm3g)

Slide 26 - Question ouverte

Wat doet een stof met een dichtheid van 2,7 g/cm3 in water?
A
Drijven
B
Zinken
C
Zweven

Slide 27 - Quiz

1. Een mengsel van 
twee vloeistoffen 
die niet mengen
2. Een mengsel van 
een vaste stof en een vloeistof die niet mengen
3. Een mengsel van 
een vaste stof, vloeistof of gas  en een vloeistof 
die goed mengen.
Suspensie
Emulsie 
Oplossing

Slide 28 - Question de remorquage

verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
sublimeren
gas
vloeibaar
vast

Slide 29 - Question de remorquage

Geef aan welke fasen er in een stof aanwezig zijn.
(s)+(l)
(g))
(g)+(l)
(l)
(s)

Slide 30 - Question de remorquage

Slide 31 - Vidéo