Keuzetijd leesvaardigheid klas 1 - les 5

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma 'steunles leesvaardigheid'



  • les 1: opbouw tekst
  • les 2: onderwerp tekst
  • Les 3: kernzinnen
  • Les 4: tekstdoelen 
  • Les 5: signaalwoorden + verbanden 
  • Les 6: begrijpend lezen 
  • Les 7: hoofdgedachte
  • Les 8: ....

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma vandaag



- Terugblik                                                             7 min.
- Klein beetje theorie                                       10 min. 
- Aan de slag                                                       25 min
- Afsluiter                                         
Aan het einde van deze les weet je wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn en weet je wat je met deze informatie moet en hoe je dit kunt toepassen op een tekst

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als jij aan iemand moet uitleggen hoe je het onderwerp van een tekst benoemt, wat vertel je dan?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een voorbeeldzin waarin je als schrijver 'de aanleiding voor het het schrijven' benoemt in de inleiding

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstdoelen
Wat weten we er nog van? 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstdoelen
  • Een schrijver heeft altijd een doel voor ogen wanneer hij een tekst schrijft
  • Het is belangrijk dat je er bij het bepalen van het doel op let of de mening van de schrijver wel/niet duidelijk naar voren komt
 


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstdoelen
  • Een schrijver heeft altijd een doel voor ogen wanneer hij een tekst schrijft
  • Het is belangrijk dat je er bij het bepalen van het doel op let of de mening van de schrijver wel/niet duidelijk naar voren komt
 


  • Informeren
  • Uiteenzetten
  • Overtuigen 
  • Beschouwen 
  • Activeren
  • Amuseren

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie
Een tekst bestaat uit verschillende alinea's. Die vormen samen weer een geheel, ze staan dus niet zomaar bij elkaar. Dat alles bij elkaar hoort, wordt gevormd door verbanden. Deze verbanden breien zinnen of alinea's aan elkaar. Hiervoor heb je signaalwoorden nodig.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbanden en bijbehorende signaalwoorden
Opsomming: en, vervolgens, ook, ten eerste, ten tweede, ten slotte, daarbij... 

Tegenstelling: maar, daarentegen, toch, in tegenstelling tot, echter 

Reden: want, omdat, namelijk, daarom

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verband herken je in de volgende zin?

Hoewel Marit niet had geleerd voor het examen, haalde ze toch een voldoende.
A
Tegenstelling
B
Reden
C
Opsomming

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verband herken je in de volgende zin?

Mijn broertje wil graag een ijsje, een appeltaart, een glas drinken en een pizza.
A
Tegenstelling
B
Reden
C
Opsomming

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verband herken je in de volgende zin?

Ik kreeg de deur vanochtend bijna niet open, het heeft namelijk gesneeuwd.
A
Tegenstelling
B
Reden
C
Opsomming

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verband herken je in de volgende zin?

Ik vind dat je een goed argument geeft, maar toch mag je niet opblijven.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Reden

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
DOEN: opdracht maken signaalwoorden & tekstverbanden (Classroom: les 5)
HOE: in tweetallen of alleen 
HULP: elleboogpartner
              docent

KLAAR: je klasgenoot begrijpt nog steeds niet wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn. Schrijf een duidelijke uitleg. 

Slide 22 - Diapositive

Opdracht aanpassen: zelf voorbeelden aanreiken die zij moeten benoemen. 
Daarna eventueel heel gericht laten kiezen uit twee tekstsoorten die op elkaar lijken. In groepjes laten werken (denken, delen)
Schrijf één ding op dat je zeker weten niet wilt vergeten

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions