Les 10: Planten verzorgen (en vogels leren)

1 / 27
suivant
Slide 1: Vidéo
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Welkom terug!
Pak alvast je werkboek en schrift.
Vandaag hebben we het over het verzorgen van planten.
(en ook over vogels!)

Slide 2 - Diapositive

Programma van deze les
  1. Terugblik op vorige les (de quiz)
  2. Vogels herkennen
  3. Nieuwe lesstof: planten verzorgen
  4. Zelfstandig werken aan opdrachten
  5. Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Een zebra is een:
A
Zoolganger
B
Topganger
C
Teenganger
D
Voetganger

Slide 4 - Quiz

Een nachtzwaluw heeft een:
A
Schutkleur
B
Waarschuwingskleur
C
Schild
D
Wapen tegen vijanden

Slide 5 - Quiz

Een tonijn is gestroomlijnd zodat:
A
Hij niet zinkt
B
Hij niet blijft drijven
C
Hij snel kan zwemmen
D
Hij er gevaarlijk uitziet

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Boomklever
Broedt: in holen
Voedsel: noten, zaden en insecten
Leefomgeving: bos, maar ook tuinen en parken

Slide 8 - Diapositive

Boomkruiper
Broedt: op veel plekken, in bomen, klimop, nestkastjes etc. 
Voedsel: insecten
Leefomgeving: overal waar bomen zijn

Slide 9 - Diapositive

Ekster
Broedt: in hoge bomen
Voedsel: van alles
Leefomgeving: zowel stedelijk als natuurlijk gebied

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Gaai
Broedt: komvormig nest in bomen
Voedsel: van alles, vooral insecten
Leefomgeving: bossen, boerenland, tuinen en parken

Slide 12 - Diapositive

1.7: Planten verzorgen
Leerdoelen

1.7.16 Je kunt beschrijven hoe je een plant kunt verzorgen.

Slide 13 - Diapositive

Welke woorden komen er bij je op als je denkt aan het verzorgen van planten?



We maken hier een woordweb van op het bord.

Slide 14 - Diapositive

Welke woorden komen er bij je op als je denkt aan het verzorgen van planten?

Slide 15 - Carte mentale

Plantenlabel
Op het plantenlabel staat hoe je de plant moet verzorgen.
Hieronder betekenissen van enkele symbolen:

Slide 16 - Diapositive

Verpotten
Na een tijd kan een plant te groot worden voor zijn pot, je moet de plant dan verpotten.

Je doet de plant dan in een grotere pot met verse potgrond.

Slide 17 - Diapositive

Planten vermeerderen
Van 1 plant meerdere planten maken.

Of

Slide 18 - Diapositive

Stekken: een stukje van de plant snijden en deze in water of potgrond zetten.

Slide 19 - Diapositive

Scheuren: haal de plant uit de grond of pot en deel de plant met de wortels in meerdere stukken.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Zelfstandig aan de slag
Wat: Opdracht 1 t/m 3(kennis) en 5 t/m 7 (inzicht). vanaf blz 55.
Hoe: Eerste 5 minuten stil, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.
Hulp: Lukt het niet? Vraag eerst je buur. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op.
Tijd: Zie timer.
Uitkomst: De lesstof komt terug op de toets en aan het eind van de les in de quiz!
Klaar: Verschillende keuzes. Je mag lezen in je leesboek, maak alvast een samenvatting (opdracht 4), doe een moeilijkere opdracht (opdracht 8+) of maak een biologische tekening van een organisme. Maak bijvoorbeeld ook een natuurgetrouwe tekening van een boon of erwt.
Instructie voor het maken van een biologische tekening staat op blz. 63 en 64 van je werkboek.
timer
1:00

Slide 22 - Diapositive

Afsluiting
  • Korte quiz
  • Volgende les 

Slide 23 - Diapositive

Wat staat er NIET op een plantenlabel?
A
Plaatsen in zon of schaduw
B
Wanneer je hem moet verpotten
C
Hoeveelheid water geven
D
Omgevingstemperatuur

Slide 24 - Quiz

Kun je een plant met dit label het hele jaar door buiten zetten?
A
Ja
B
Nee
C
Dat kun je niet zien aan dit plantenlabel

Slide 25 - Quiz

Hoe heet deze vogel?
A
Gaai
B
Ekster
C
Boomkruiper
D
Boomklever

Slide 26 - Quiz

Volgende les
Gaan we verder uit werkboek b! 
We gaan kijken naar de bouw en funtie van bloemen.

Slide 27 - Diapositive