Poëzie, proza, non-fictie

Poëzie
Proza
Non-fictie
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Poëzie
Proza
Non-fictie

Slide 1 - Diapositive

Deze les ga je:

  • ontdekken dat poëzie, proza (literatuur) en non-fictie van elkaar verschillen.

  • bedenken welke kenmerken verschillende teksten hebben.
poëzie, proza,
 non-fictie

Slide 2 - Diapositive

Je gaat drie teksten lezen en daarbij beantwoord je de volgende vragen.

1. Waar gaat de tekst over?
2. Welke tekst vind je het meest informatief?
    Waarom?
3. Welke tekst vind je het fijnst om te lezen?
    Waarom?



Drie teksten

Slide 3 - Diapositive

Tekst 1

Slide 4 - Diapositive


Waar gaat de eerste tekst over?

Slide 5 - Question ouverte

Tekst 2

Slide 6 - Diapositive


Waar gaat de tweede tekst over?

Slide 7 - Question ouverte

Tekst 3

Slide 8 - Diapositive


Waar gaat de derde tekst over?

Slide 9 - Question ouverte


Welke tekst vind je het meest informatief? Waarom?

Slide 10 - Question ouverte


Welke tekst vind je het fijnst om te lezen? Waarom?

Slide 11 - Question ouverte

 
Stel je een bibliotheek voor met drie kasten. 

  • Een kast met jeugdliteratuur, 
  • eentje met kranten en tijdschriften en 
  • eentje met poëziebundels. In welke kast plaats je tekst 1, 2 en 3?  





In welke kast? 

Slide 12 - Diapositive

jeugdliteratuur
Tijdschriften 
en kranten
poëzie-
bundels
Tekst 1

'Als niemand kijkt'
Tekst 3

"Klaas-Jan Huntelaar"

Tekst 2

"Milan"

Slide 13 - Question de remorquage

 
  • Wat zijn de verschillen tussen de drie soorten teksten?

  • Sleep de kenmerken naar de juiste tekstsoort.





Kenmerken 

Slide 14 - Diapositive

jeugdliteratuur
(proza)
informatieve
teksten
poëzie
ritme,
klank
gevoelens en gedachten
gedetailleerde beschrijvingen van omgeving.
bijzondere 
woordkeuze
herhaling 
van woorden, 
zinnen
spanning

zakelijk
geeft veel 
informatie
letterlijk
taalgebruik
figuurlijk taalgebruik
verzonnen
gebeurtenissen
indeling
inleiding
middenstuk
slot

Slide 15 - Question de remorquage