8.2 Bevolking op aarde - reflectie huiswerk

8.2 Bevolking op aarde - reflectie huiswerk
Je leert:
  • Hoe je oorzaak-gevolg redenering maakt.
  • Hoe je de titel van een bron gebruikt in een antwoord bij het geven van een verklaring.
  • Je leert hoe je een verband moet leggen tussen twee begrippen.
  • Je leert hoe je een verschil benoemt tussen twee verschillende gebieden.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

8.2 Bevolking op aarde - reflectie huiswerk
Je leert:
  • Hoe je oorzaak-gevolg redenering maakt.
  • Hoe je de titel van een bron gebruikt in een antwoord bij het geven van een verklaring.
  • Je leert hoe je een verband moet leggen tussen twee begrippen.
  • Je leert hoe je een verschil benoemt tussen twee verschillende gebieden.

Slide 1 - Diapositive

Vruchtbaarheid gaat over
natuurlijke bevolkingsgroei.
  • Migratie
  • gaat over sociale bevolkingsgroei
Op welke vier manieren verandert het bevolkingsaantal in een gebied?
Er wordt hier gevraagd naar een oorzaak, dus vier oorzaken waardoor de bevolkingsaantallen veranderen. Toe-of afnemen.

Slide 2 - Diapositive

  • Levensverwachting gaat over 
  • natuurlijke bevolkingsgroei. Mensen worden ouder, dit is van invloed op het sterftecijfer.
Op welke vier manieren verandert het bevolkingsaantal in een gebied?
Er wordt hier gevraagd naar een oorzaak

Slide 3 - Diapositive

Natuurlijke bevolkingsgroei
Emigratiecijfer

Geboortecijfer

Sterftecijfer

Immigratiecijfer

Migratiesaldo
Totale bevolkingsgroei

Slide 4 - Question de remorquage

Slepen maar!
Rijk land
Arm land
Vestigingsoverschot
Vertrekoverschot
Laag geboortecijfer
Hoog geboortecijfer
Hoog vruchtbaarheidscijfer
Laag vruchtbaarheidscijfer

Slide 5 - Question de remorquage

Vraag in Learnbeat
Titel bij de bron gebruiken in je antwoord.
Volgens de tekst, de afbeelding Bevolkingsgroei per werelddeel, 1950-2100 en de afbeelding bij vraag A neemt de wereldbevolking toe.

Bekijk de afbeelding Relatieve groei van de wereldbevolking, 1950-2050.
Hoe komt het dan dat de lijn in deze afbeelding een daling laat zien?

Slide 6 - Diapositive

Volgens de tekst, de afbeelding Bevolkingsgroei per werelddeel, 1950-2100 en de afbeelding bij vraag A neemt de wereldbevolking toe.

Check of je begrijp hoe je dit kan zien.

Stel jezelf de vraag: wat laat de figuur zien?

Strategie: check de titel bij de bron.

Slide 7 - Diapositive

Bekijk de afbeelding Relatieve groei van de wereldbevolking, 1950-2050.

Hoe komt het dan dat de lijn in deze afbeelding een daling laat zien?

Stel jezelf de vraag: wat laat de figuur zien?

Strategie: check de titel bij de bron.

Wat moet je weten voordat je deze vraag kunt beantwoorden?
Wat is de titel van de figuur?
De relatieve groei van de wereldbevolking.
Wat moet je weten voordat je deze vraag kan beantwoorden?
Wat het begrip 'relatief' betekent.

Vergeleken met.......
Welke gegevens worden met elkaar vergeleken?
De groei van de wereldbevolking in verschillende jaren.
Kun je nu aangeven waarom de lijn daalt?
Vergeleken met voorgaande jaren groeit de bevolking minder snel. (Absoluut gezien groeit de bevolking nog wel omdat er meer mensen bijkomen).

Slide 8 - Diapositive

Waarom zijn het vruchtbaarheidscijfer en het geboortecijfer in ontwikkelingslanden hoger dan in ontwikkelde landen?
Het gaat hier om een verschil tussen gebieden. Welke gebieden?

En er wordt gevraagd naar een oorzaak.

Wat moet je eerst weten voordat je deze vraag kunt beantwoorden?

Slide 9 - Diapositive

Ontwikkelde landen
Ontwikkelings-
landen
vruchtbaarheidscijfer: gemiddeld aantal kinderen dat een vrouw krijgt.
Laag
Hoog
Geboortecijfer: gemiddeld aantal levendgeboren baby's per 1000 inw. per jaar
Laag
Hoog
Oorzaak waarom geboortecijfer en vruchtbaarheidscijfer hoger zijn in ontwikkelde landen dan in ontwikkelingslanden.
In ontwikkelingslanden is:
- er te weinig geld (en kennis) om aan family planning te doen
- kinderen zijn nodig als werkkrachten.
- Ook de godsdienst speelt een belangrijker rol.
-Mannen ontlenen vaak status aan het hebben van veel kinderen.

Slide 10 - Diapositive