Geschiedenis | Hoofdstuk 2 | Grieken en Romeinen

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5

In Rome woonden de Grieken.

1. Waar
2. Niet waar

Als slaaf was je een vrij man/vrouw.

1. Waar
2. Niet waar

Wat was het werk van een slaaf?

Een keizer is een soort...

Vul de juiste woorden in. Kies uit: kochten - verkochten.

Koopmannen reisden door het grote land van de Romeinen. Ze ...1... overal mooie spullen. Zij ...2... die spullen op de markt in Rome. Op de markt ...3... koopmannen meubels, stoffen en potten.

Hoe kon het Romeinse rijk zo groot worden?

1. Door alle veroveringen werd het rijk steeds groter.
2. Het Romeinse leger veroverde veel steden en landen.
3. De Romeinen hadden een groot leger.

1. 1 - 2 - 3
2. 2 - 3 - 1
3. 3 - 2 - 1

Waar past het bij? Romeinen of Christenen?

Bidden in een kerk.

1. Romeinen
2. Christenen

Waar past het bij? Romeinen of Christenen?

Geloven in één God.

1. Romeinen
2. Christenen

Waar past het bij? Romeinen of Germanen?

Eerst woonden in Nederland de ...

1. Romeinen
2. Germanen

Waar past het bij? Romeinen of Germanen?

De ... vielen Nederland binnen en veroverden het land tot en met de rivier de Rijn.

1. Romeinen
2. Germanen

Waar past het bij? Romeinen of Germanen?

Bouwden huizen van steen.

1. Romeinen
2. Germanen

Waar past het bij? Romeinen of Germanen?

Droegen kleren van huiden en wol.

1. Romeinen
2. Germanen

Waar past het bij? Romeinen of Germanen?

Bouwden wegen en wachttorens.

1. Romeinen
2. Germanen

Vul in Romeinen of Germanen.

Soms staken ..1.. de grens over om spullen te ruilen met de ..2..