Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welke formule heeft als begingetal 2?
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 1 - Quiz
wat is het begingetal van deze grafiek ?
A
0
B
40
C
90
D
100
Slide 2 - Quiz
Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's. Wat zijn de variabelen?:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in € en aantal foto's
D
aantal foto's
Slide 3 - Quiz
Planning
- voorkennis ophalen
-Uitleg wat is een formule
-Uitleg hoe een formule in elkaar zit.
-Formule maken bij een tabel
- Formule maken bij een grafiek.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Wat is nu een formule
Een formule is een samenvatting van een verhaal in woorden en getallen. Deze regel kan je elke keer weer gebruiken als je wat moet berekenen.
Slide 6 - Diapositive
Hoe ziet een formule eruit?
Variabele (onderkant tabel of verticale as)= begingetal + of - stijggetal/daalgetal of richtingscoëfficiënt x variabele (bovenkant tabel of horizontale as)
Slide 7 - Diapositive
Wat zijn variabelen?
Variabelen zijn de woorden of letters in de formule.
Deze gegevens staan altijd langs de assen in een assenstelsel.
Deze gegevens staan altijd vooraan in een tabel.
Deze gegevens zijn van elkaar afhankelijk. Veranderd de 1 dan veranderd de ander ook.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Begingetal
Vast getal in de formule, die niet veranderd.
Staat los van andere variabelen.
Is in de tabel afleesbaar onder de 0 in het onderste deel van de tabel.
Is afleesbaar in de grafiek op de verticale as.
Slide 10 - Diapositive
Voorbeeld
Slide 11 - Diapositive
Stijggetal, daalgetal, richtingscoëfficiënt.
Stijggetal is positieve richtingscoëfficiënt
Daalgetal is negatieve richtingscoëfficiënt
Bepaald hoe sterk een grafiek stijgt of daalt.
Afleesbaar per 1 stap.
Slide 12 - Diapositive
wat is het stijggetal in deze formule? prijs in euro's = 80 -30a
A
80
B
-30
C
30
D
geen van de antwoorden
Slide 13 - Quiz
Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's. Het stijggetal is: A. 2,50 - B 0,25 - C kosten in € - D. aantal foto's
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's
Slide 14 - Quiz
wat is het stijggetal in deze formule? prijs in euro's = 30a + 80
A
80
B
a
C
30
D
geen van de antwoorden
Slide 15 - Quiz
Huurprijs in € = 18 + 4t. Het stijggetal of de richtingscoëfficiënt is: