Herhalen werkwoord Sein

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Was machen wir Heute

Grammatik Verb Sein 

Aufgabe Verb Sein

Doelen van de les 

je kunt aan het eind van de les de tegenwoordige tijd van het werkwoord "sein" toepassen in voorbeeld zinnen.

je kent het rijtje van "sein" en kunt de open gaten invullen. 

Song Sein

https://www.youtube.com/watch?v=VOYAMqLQTkg

werkwoord "sein"

het werkwoord sein

sein = zijn 

ich	bin
du	bist
er/sie/es	ist
wir	sind
ihr	seid
sie/Sie	sind

ich ..... Jonas

1. bin
2. bist
3. ist
4. sind

wir .... zu Hause

1. bist
2. sind
3. seid
4. ist

ihr .... in der Schweiz

1. sein
2. sind
3. sied
4. seid

Das .... Tamara und ich

1. sind
2. ist
3. seid
4. bin

sein

sein = zijn 

ich (ik)	bin (ben)
du (jij)
er/sie/es (Hij/zij/het)	ist (is)
wir (wij)
ihr (jullie)
sie/Sie (zij/ U)	sind (zijn/bent)

Machen Aufgabe 11, 12 und 13

eerste 4 minuten stil aan het werk,

gaat dit goed gaat het stoplicht op oranje 

oranje = fluisteren!

Seite 18

ich

du

er, sie, es

wir

ihr

sie, Sie

haben = hebben

habe

hast

hat

haben

habt

haben

uitleg

Hulpwerkwoord haben + sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

bin

bist

ist

sind

seid

sind

haben         sein

Machen Aufgabe 17, 18, 20 und 21

Heb je de opdrachten niet af, 

wordt dit huiswerk. 

Rood = Stil aan het werk

Oranje = fluisteren met je buurman/vrouw

Groen = zachtjes praten

Exitticket "haben" und "sein"

1. Meine Mutter ... am 4. Juli 1975 geboren.(sein)

2. Mein Name .... (sein) Jonas.

Schrijf je antwoorden op de Post-it en plak hem bij het verlaten van het lokaal op de kast. Zet je naam op de Post-it!

		du	sein?
ihr	sein?