H4 Par. 8

De noodzaak van een duurzame economie
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De noodzaak van een duurzame economie

Slide 1 - Diapositive

De noodzaak van een duurzame economie
Par. 4.8
V. Kobus - 2023

Slide 2 - Diapositive

Begrippen in deze les


Lineaire economie
Circulaire economie / Kringloopeconomie

Ga naar Magister Learn...

V. Kobus - 2023

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Van grondstoffen naar afval: 
de lineaire economie

Lineaire economie
    - steeds nieuwe grondstoffen nodig
    - niet-hernieuwbare grondstoffen raken op
    - winning van niet-hernieuwbare grondstoffen is belastend
     - ook winning van hernieuwbare grondstoffen zorgt voor
       aantasting van het milieu
 
Lineaire economie is niet duurzaam en niet houdbaar
 

V. Kobus - 2023

Slide 5 - Diapositive

V. Kobus - 2023

Slide 6 - Diapositive

Hergebruik van afval
 
Gedeeltelijk circulaire economie met recycling: 
 
    - deel van het afval is een grondstof voor nieuwe producten
    - grondstoffen raken minder snel op
    - er ontstaat minder afval
    - op de lange termijn: onvoldoende duurzaam
          - nog steeds grondstoffen nodig
          - laagwaardige, eenvoudige producten uit recycling
          - uiteindelijk eindigen producten alsnog als afval
 

V. Kobus - 2023

Slide 7 - Diapositive

V. Kobus - 2023

Slide 8 - Diapositive

Een economie zonder afval: 
de circulaire economie

Circulaire economie of kringloopeconomie
    - geen afvalproductie
    - voortdurend en volledig hergebruik van grondstoffen

Van belang hierbij is:
    - grondstoffen moeten hun kwaliteit behouden
    - streven naar zo hoog mogelijk niveau van hergebruik
 

V. Kobus - 2023

Slide 9 - Diapositive

V. Kobus - 2023

Slide 10 - Diapositive

Initiatieven

Nederlandse overheid
    - duurzame productie
    - duurzamere consumptie
    - betere recycling
Bedrijven
    - minder grondstoffen, meer hergebruik
    - terugwinning van grondstoffen
    - elkaars afvalstromen gebruiken
Burgers
    - spullen delen, huren, tweedehands kopen
    - duurzame en zelfvoorzienende gemeenschappen oprichten
 

V. Kobus - 2023

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen
V. Kobus - 2023


Je kent de stroom van grondstoffen, van winning tot afval.

Je begrijpt hoe de circulaire economie kan bijdragen aan het verkleinen van milieuproblemen.

Slide 12 - Diapositive

Bij welk antwoord staan de/het juiste gevolg(en) van klimaatverandering?
A
Overstromingen, grote kans op een elfstedentocht
B
Het weer in NL lijkt steeds meer op dat van Zuid-Frankrijk
C
De Zuidpool warmt sneller op dan de Noordpool
D
Zeespiegelstijging

Slide 13 - Quiz

Dankzij het broeikaseffect is er leven op aarde mogelijk
A
Nee, het broeikaseffect zorgt voor de opwarming van de aarde en bedreigt daarmee het leven op aarde
B
Ja, dat klopt. Dankzij het broeikaseffect is de gemiddelde temperatuur op aarde 15 graden
C
Nee, het broeikaseffect zorgt ervoor dat de gemiddelde temperatuur op aarde hoger gaat worden
D
Ja, dat klopt omdat de mensen ervoor zorgen dat het lekker warm blijft op aarde

Slide 14 - Quiz

Hoe ziet Nederland eruit voor de energietransitie, en hoe na die tijd?
Voor de energietransitie
Na de energietransitie
Hernieuwbare energiebronnen
Niet-hernieuwbare energiebronnen
Fossiele brandstoffen
Veel CO2 uitstoot
Windmolens en zonnepanelen
Steenkool en aardolie
Duurzame energie

Slide 15 - Question de remorquage

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1.  Windenergie is een duurzame vorm van energie opwekken. 
2. Biomassa kan zowel als duurzame als niet duurzaam bron ven energie worden gezien.
3. Zuinigere auto's is een vorm van energietransitie
4. De meeste windmolenparken staan in het westen van Nederland.
Beoordeel de stellingen. 
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 16 - Question de remorquage

Welk voedsel is het slechtst voor het klimaat?
A
Rundvlees
B
Varkensvlees
C
Kaas
D
Brood

Slide 17 - Quiz

wat is een duurzame manier van voedsel verbouwen?
A
biologische landbouw
B
monocultuur
C
intensive landbouw
D
Voedselbos

Slide 18 - Quiz

Wat is duurzaam voedsel?
A
Groen eten, zoals druiven, komkommer en limoen
B
Voedsel waarbij kunstmest is gebruikt tijdens het produceren en veel arbeidsmigranten nodig zijn om het voedsel van het land te halen.
C
Bij de productie van dit voedsel wordt rekening gehouden met komende generaties en zijn de gevolgen voor dier en milieu zo klein mogelijk
D
Voedsel waarbij de boer tijdens de productie het afval van het land zoveel mogelijk zelf composteert en weer verspreid over zijn eigen land.

Slide 19 - Quiz

Welk voedsel wordt het meest weggegooid?
A
Zuivel
B
Fruit
C
Groente
D
Brood en deegwaren

Slide 20 - Quiz

Waarom is kernenergie vooral geen groene energie?
A
Omdat het niet altijd beschikbaar is
B
Er blijft heel gevaarlijk afval over
C
Het is wordt niet opgewekt door de wind of de zon
D
De bouw van de centrale is niet duurzaam

Slide 21 - Quiz

Hoe stimuleert de overheid duurzaam wonen NIET?

A
Door warmtepompen te subsideren
B
Door zonnepalen te subsidiëren
C
Door belasting op aardgas de komende jaren te verlagen
D
Door subsidies te geven aan huiseigenaren die hun woning isoleren

Slide 22 - Quiz

Welke uitspraak past bij: circulaire economie?
A
Afval scheiden is niet noodzakelijk
B
Mijn afvalvoetafdruk wordt steeds groter
C
Afval is de beste grondstof voor nieuwe producten
D
Een circulaire economie werkt lineair.

Slide 23 - Quiz

Welke vorm van aantasting zien we hier?
A
Eutrofiëring
B
Verzilting
C
Uitputting
D
Verzuring

Slide 24 - Quiz

Door een circulaire economie wordt Nederland.....
A
minder afhankelijk van het buitenland
B
meer afhankelijk van het buitenland

Slide 25 - Quiz

Welke vorm van aantasting zien we hier?
A
Luchtvervuiling
B
Opwaaien van bodemdeeltjes
C
Klimaatverandering
D
Zeespiegelstijging

Slide 26 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: Een systeem waarin geen afval bestaat omdat producten efficiënter worden ontworpen en meer worden hergebruikt
A
Recycle samenleving
B
De stad van de toekomst
C
Circulaire economie
D
Duurzaamheid

Slide 27 - Quiz

Welke vorm van aantasting zien we hier?
A
Watervervuiling
B
Eutrofiëring
C
Lozing van koelwater
D
Verzuring

Slide 28 - Quiz

Welke vorm van aantasting zien we hier?
A
Watervervuiling
B
Eutrofiëring
C
Lozing van koelwater
D
Verzuring

Slide 29 - Quiz

De gemiddelde temperatuur op aarde is 15 graden. Hoeveel zou dat zijn zonder broeikaseffect?
A
11 graden
B
0 graden
C
-7 graden
D
-18 graden

Slide 30 - Quiz

Welk(e) antwoord(en) zijn juist?

De zeespiegelstijging:
A
Heeft wereldwijde gevolgen
B
Is overal ter wereld hetzelfde
C
Zeespiegel stijgt tot 80 cm in 2100
D
Raakt vooral kust- en laag gelegen gebieden

Slide 31 - Quiz

Maak de juiste combinaties van letters en cijfers. 
1. luchtlaag rond de aarde
2. versterkt broeikaseffect
3. broeikasgas
4. stijgende zeepsiegel
5. ademhaling mensen
A. kooldioxide (CO2) 
B. zuurstof 
C. industriële revolutie 
D. opwarming zeewater 
E. atmosfeer  

Slide 32 - Question de remorquage

De wereldbevolking en de welvaart groeien. Waarom is dit juist voor een vak als aardrijkskunde een punt van zorg?
A
Aardrijkskunde legt als enig vak het verband tussen natuur en mens.
B
Aardrijkskunde bestudeert de aarde en hoe die ontstaan is.
C
Aardrijkskunde gaat ook over bevolkingsgroei en migratie.
D
Aardrijkskunde is het enige vak dat met kaarten werkt.

Slide 33 - Quiz

Welke van onderstaande uitspraken klopt niet?
A
De meeste huizen in Nederland zijn nu beter geïsoleerd dan pakweg vijftig jaar geleden.
B
Het energieverbruik van de gemiddelde Nederlander neemt de laatste jaren af.
C
LED-lampen zijn energiezuiniger dan gloeilampen.
D
Automotoren verbruiken steeds minder energie per gereden kilometer dan vroeger.

Slide 34 - Quiz

Zet onderstaande zaken in de juiste volgorde van oorzaak en gevolg.                                                              
       1
       3
       2     
      4  
A.Beschadiging ecosysteem
B. overvragen natuurlijke kringlopen
C. welvaarts- en bevolkingsgroei
D. afname draagkracht aarde

Slide 35 - Question de remorquage

Sleep de zinnen  naar de juiste begrippen: milieuaantasting, milieu-uitputting en milieuvervuiling.
aantasting
uitputting
vervuiling
A. het leefgebied van dieren wordt kleiner
B. afnemende voorraden
C. stoffen die niet in een bepaald ecosysteem thuishoren
D. droogvallende waterputten
E. Landbouwgif in rivieren
F. kappen van oerwoud

Slide 36 - Question de remorquage

Welke uitspraak is juist?
A
In rijke landen is de bevolkingsgroei al laag.
B
Hoe rijker je wordt, hoe meer je gaat eten. Kijk maar naar mij...
C
In de arme landen leeft ongeveer twintig procent van de wereldbevolking.
D
Hoe armer een land is hoe minder bevolkingsgroei.

Slide 37 - Quiz

Welke uitspraak is op dit moment juist?
A
De draagkracht van de aarde heeft meer te lijden van de welvaartsgroei dan van de groei van de wereldbevolking.
B
De geboortecijfers nemen af, dus de wereldbevolking is al aan het afnemen.
C
Verandering van dieet is van invloed op de draagkracht van een gebied.
D
Posters die oproepen tot ‘family-planning’ zijn van invloed op de draagkracht van een gebied.

Slide 38 - Quiz

Bekijk het kaartje. Iemand doet twee beweringen:

I In Europa groeit het aantal inwoners vooral via sociale bevolkingsgroei door vluchtelingen en economische migranten.

II Binnenlandse migratie zorgt meestal voor urbanisatie.
A
Alleen bewering I is juist
B
Alleen bewering II is juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist.

Slide 39 - Quiz

Bekijk de foto. Welke uitspraken zijn juist?
A
Monocultuur
B
Intensivering
C
Mechanisatie
D
Arbeidsintensief

Slide 40 - Quiz

Wat is de ecologische voetafdruk?
A
De gemiddelde CO2-uitstoot (in liters) van een persoon in een bepaald land per jaar.
B
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het voedsel dat een persoon in een bepaald land nodig heeft te kunnen verbouwen.
C
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het welvaartsniveau van een persoon in een bepaald land te kunnen behouden.
D
Het gemiddelde waterverbruik (in kubieke meters) van een persoon in een bepaald land per jaar.

Slide 41 - Quiz

Wat is irrigatie?
A
Het proces waarbij regenwater wegzakt in de bodem
B
Het kunstmatig bevloeien van landbouwgrond
C
De oneerlijke verdeling van het water
D
Het afvalwater in de landbouw

Slide 42 - Quiz

Welke naam hoort bij deze stelling? 'De bevolking groeit harder dan de voedselproductie'.
A
Malthus
B
Marx
C
Boserup
D
De Ruiter

Slide 43 - Quiz