10. Geld lenen kost geld

Geld lenen kost geld
Je kan uitleggen dat geld lenen niet gratis is.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Geld lenen kost geld
Je kan uitleggen dat geld lenen niet gratis is.

Slide 1 - Diapositive

Waarom lenen mensen?

Slide 2 - Carte mentale

Ik zou geld lenen voor het maken van een reis.
Ja
Misschien
Nee

Slide 3 - Sondage

Bedenk 1 voordeel van geld lenen.

Slide 4 - Question ouverte

Bedenk 1 nadeel van geld lenen.

Slide 5 - Question ouverte

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een nieuwe koelkast.
Ja
Misschien
Nee

Slide 6 - Sondage

Voor welke aankoop lenen de meeste mensen geld?
A
Het maken van een reis.
B
De aankoop van een auto.
C
De aankoop van een nieuwe televisie.
D
De aankoop van een huis.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Lenen kost geld
Leenmotieven
Leenmotieven zijn redenen om te lenen:
  • tijdelijk geldtekort
  • betalen van een onvoorziene uitgave.
  • Een aankoop niet willen uitstellen/niet eerst willen sparen.

Slide 9 - Diapositive

Onvoorziene uitgave
Direct iets willen kopen
Tijdelijk geldtekort

Slide 10 - Question de remorquage

Je leent geld van je moeder omdat je een nieuw paar schoenen wil kopen.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 11 - Quiz

Je vraagt een vriend of je even geld mag lenen om een broodje te kopen, omdat je je portefeuille bent vergeten.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 12 - Quiz

Je koopt de nieuwe Playstation 5 op afbetaling.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 13 - Quiz

Je leent geld van oma omdat je jouw kapotte telefoonscherm wil laten vervangen.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 14 - Quiz

Lenen kost geld
Soorten leningen
Salariskrediet

Persoonlijke lening (bv. koop op afbetaling of huurkoop)
  • Je leent geld voor één bepaald doel.
  • Duur van de lening staat vast.

Doorlopend krediet
  • Je kan kopen totdat maximumbedrag bereikt is.
  • Je kan reeds terugbetaald geld opnieuw lenen.

Slide 15 - Diapositive

Leg de onderstaande zin uit:
"Let op! Geld lenen kost geld."

Slide 16 - Question ouverte

Geleend bedrag
Duur van lening
Maandtermijn
Bestaat uit:
  • Aflossing
  • Rente
Rente
Altijd per jaar!
Kredietkosten
Totaal terug te betalen:
€ 196,97 per maand x 60 maanden = € 11.818

Kredietkosten bedragen:
€ 11.818 - € 10.000 = € 1.818

Slide 17 - Diapositive

Lenen kost geld
Begrippen
De looptijd is de duur van een lening.

Elke maand betaal je een maandtermijn, deze bestaat uit:
  • deel aflossing: het geleende geld terugbetalen
  • deel rente: de kost om geld te lenen

 (maandtermijnen x looptijd in maanden) - geleend bedrag = kredietkosten

Slide 18 - Diapositive

Aflossen is het terugbetalen van geleend geld.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Als je geld leent, krijgt je rente van de bank
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Door het betalen van rente wordt je schuld aan de bank lager.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Lenen kost geld
Rente
De rente is afhankelijk van:
  • looptijd
  • hoogte bedrag

het rentepercentage is altijd per jaar!
  • 6% per jaar 
  • 6% : 12 maanden = 0,5% per maand

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Bereken de kredietkosten van deze lening.

Slide 24 - Question ouverte

Ik ga 25 000 lenen in 24 maanden. Wat zijn de kredietkosten?

Slide 25 - Question ouverte

Ik ga 25 000 lenen in 60 maanden. Wat zijn de kredietkosten?

Slide 26 - Question ouverte

Hoe langer ik leen, hoe lager het bedrag van de rente wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Je wilt iets kopen voor € 1.597,- het termijn bedrag is € 50,- en de looptijd is 3 jaar.
Leerdoel 18
Uitleg
Looptijd:
3 jaar x 12 maanden = 36 maanden

Totaal terug te betalen:

€ 50 x 36 maanden = € 1800

Kredietkosten bedragen:
€ 1.800 - €1.597 = € 203
A
De kredietkosten zijn € 1.800,-
B
De kredietkosten zijn € 203,-
C
De kredietkosten zijn € 1.447,-
D
De kredietkosten zijn € 150,-

Slide 28 - Quiz

Geld lenen kost geld
maken 3.3

Slide 29 - Diapositive

Opdracht
Goed idee?
Als je geld leent moet je jezelf afvragen of dit een goed idee is.

Er volgen nu een aantal voorbeelden van financiële kwesties. Is een lening afsluiten een goed idee? Leg je antwoord steeds uit.

Slide 30 - Diapositive

Tim en Eline krijgen een tweeling. Ze verkopen hun flat. Met de opbrengst en geleend geld kopen ze een groter huis.

Slide 31 - Question ouverte

Fien kan de maandtermijnen van een koop op afbetaling niet meer betalen. Ze wil daarom een nieuwe lening afsluiten.

Slide 32 - Question ouverte

Katrijn heeft haar baan verloren. Ze kan nauwelijks rondkomen van haar uitkering en wil daarom een lening afsluiten.

Slide 33 - Question ouverte

Demien heeft zijn spaargeld geïnvesteerd. Hij wil graag een nieuwe televisie kopen op afbetaling.

Slide 34 - Question ouverte