Herhaling 2.1 t/m 2.6

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

2.1 In een democratie (let op, er kunnen meerdere antwoorden juist zijn)
A
Mag het volk meebeslissen
B
Heeft het volk overal direct inspraak op
C
Kan er geen koning zijn, die is immers niet gekozen
D
Is er altijd een president

Slide 4 - Quiz

2.1 Een bestuursvorm (17e eeuw) waarbij 1 persoon alle macht heeft en alle keuzes alleen kan maken

Slide 5 - Question ouverte

2.1 Vul in:
Voorheen kwamen de ambtenaren uit de ..1... Lodewijk XIV besloot ambtenaren aan
te stellen uit de ..2.. – dit tot onvrede van de edelen.

Slide 6 - Question ouverte

2.2 Door de wetenschappelijke revolutie werden mensen niet minder gelovig. Leg uit hoe dit kwam.

Slide 7 - Question ouverte

2.2 Ratio werd in de 18e eeuw steeds belangrijker. Wat bedoelen we met het begrip ratio?

Slide 8 - Question ouverte

2.2 VUL IN: Het nadenken over redelijkheid, verdraagzaamheid, vrijheid en gelijkheid werd door de
mensen in de 18e eeuw de ...... genoemd.

Slide 9 - Question ouverte

2.2 Hoe droegen koffiehuizen en de boekdrukkunst bij aan de verspreiding van de ideeën van de Verlichting?

Slide 10 - Question ouverte

2.2 'Je kunt je voorstellen dat vorsten en gezagsdragers angstvallig de verspreiding van de Verlichting in de gaten hielden'
Wie moest volgens Verlichte denkers de macht hebben? Hoe zou die macht eruit moeten zien?

Slide 11 - Question ouverte

2.3 Waar haalde koning Lodewijk XIV zijn belasting vandaan?
A
De adel
B
De geestelijken
C
Aflaten
D
Burgerij en boeren

Slide 12 - Quiz

2.3 Wat is de Staten-Generaal?

Slide 13 - Question ouverte

2.3 Welke is NIET een van de problemen die Lodewijk XVI van zijn vader erfde?
A
Hongersnood
B
Lege schatkist
C
Burgerij kreeg te veel macht
D
Adel en burgerij haatten elkaar

Slide 14 - Quiz

2.4 Welke van deze 4 vulkanen komen vooral voor op IJsland?
A
Stratovulkaan
B
Calderavulkaan
C
Spleetvulkaan
D
Schildvulkaan

Slide 15 - Quiz

2.4 Wat is het verband tussen de vulkaanuitbarsting en de Franse Revolutie?

Slide 16 - Question ouverte

2.5 Waarom was er in Nederland in eerste instantie minder onvrede dan in Frankrijk over het bestuur van het land?

Slide 17 - Question ouverte

2.5 Hoe heetten de tegenstanders van de Stadhouder?

A
De Revolutionairen
B
De Patriotten
C
De Regenten

Slide 18 - Quiz

2.5 Wat is de Bataafse Revolutie?

Slide 19 - Question ouverte

2.6 Je kunt uitleggen waarom Robespierre impopulair was bij een groot deel van de Franse bevolking.

Slide 20 - Question ouverte

2.6 Je kunt uitleggen waarom het Directoire (Franse regering) de oorlog verklaarde aan Europese landen met een absoluut vorst.

Slide 21 - Question ouverte

2.6 Je kunt uitleggen dat Nederland in eerste instantie niet blij was met een koning, maar later toch tevreden was over Lodewijk Napoleon.

Slide 22 - Question ouverte