Artikel

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Vandaag gaan we het hebben over:

Programma:

• Kijk in classroom of je het vorige artikel af had (Halloweenfeest)
• Lesson Up: artikel schrijven
• Aan het werk: artikel schrijven

Lesdoel:

• Je weet wat een artikel is 
• Je weet de opbouw van een artikel
• Je kunt een artikel schrijven

Een artikel heeft een bepaalde opbouw

Waar schrijf je het?

Middenstuk

Slot

Inleiding

Gisteren hadden wij een discussie in de klas......

Daar ben ik het niet mee eens, want.....

mijn conclusie is...

Conventies (regels)

• Bij het schrijven van een artikel gelden een aantal regels (titel, minstens 3 alinea's maken, naam eronder, geen zaken noemen die bij een e-mail horen, niet beginnen met hallo enz.)
• Bij ieder onderdeel dat je mist, gaat er een punt af
• Je krijgt maximaal 2 punten.

Wat zet je onderaan je artikel?

1. Naam, Klas
2. Naam
3. Naam (+ wat in de opdracht staat)
4. Naam, school

Wat betekent minimaal 100 woorden?

1. Je mag niet meer dan 100 woorden gebruiken.
2. Je mag niet minder dan 100 woorden gebruiken.
3. Je moet ongeveer 100 woorden gebruiken.
4. Je moet precies 100 woorden gebruiken.

Uit hoeveel alinea's bestaat een artikel minimaal?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Een artikel heeft altijd een titel.

1. waar
2. niet waar

Tussen een alinea komt een witregel.

1. waar
2. niet waar

Nummer de punten die je in het artikel moet zetten.

Waarom moet je de opdrachten nummeren?

1. zodat je geen onderdelen vergeet
2. zodat je weet welke volgorde je moet aanhouden
3. omdat de docent dat wil

Wat is handig om te gebruiken bij het schrijven van een artikel?

markeerstift

potlood

pen

je hersenen

Waarom groepeer je de onderdelen? Groeperen is de punten in een alinea bij elkaar zetten, die bij elkaar horen.

Je begint je artikel met:
'Hallo, ik ben ......."

(meerdere antwoorden mogelijk)

1. NEEEEEEEEEEEEEEEE!
2. ja
3. nee
4. nee, natuurlijk niet!

opbouw van een artikel 

Pakkende titel 

Inleiding: hier introduceer je het onderwerp en schrijf je waarom je dit stuk schrijft (aanleiding)

Middenstuk: schrijf over elk deelonderwerp één alinea. Gebruik signaalwoorden.

Slot: hier geef je een conclusie of korte samenvatting. 

Afsluiting: Je naam (voor- en achternaam) en evt. de klas (dit staat op de opdracht)