Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Quiz H. 7 'uitvoeren van instructies'
We gaan starten met de quiz
10 vragen over H. 7
Uitvoeren van instructies.
Slide 1 - Diapositive
Hoe kan een organisatie tijdens een calamiteit de veiligheid van personen bij vluchtwegen bevorderen?
A
Vluchtwegen die voldoen aan de hoeveel mensen die er doorheen moeten.
B
Versmallingen in vluchtwegen om paniek te voorkomen.
C
Zelfsluitende deuren in vluchtwegen.
Slide 2 - Quiz
Een beveiliger loopt een brand- en sluitronde in een pand van 8 verdiepingen hoog. Op welke verdieping start hij zijn ronde?
A
Op de bovenste verdieping.
B
Op de begane grond.
C
In de ondergrondse parkeergarage.
Slide 3 - Quiz
Een man pleegt een diefstal van een auto en parkeert de auto in zijn eigen garage. Wat is de man nu van de auto volgens het Burgerlijk Wetboek?
A
Bezitter.
B
Eigenaar.
C
Houder.
Slide 4 - Quiz
Repressieve handelingen verdelen we in 3 groepen. Welke van onderstaande groepen hoort daar niet bij?
A
Alarmeren.
B
Signaleren.
C
Rapporteren.
Slide 5 - Quiz
Een opdrachtgever komt bij u met klachten over de mobiele surveillance van het bedrijf waar u werkt. Hoe handelt je?
A
U neemt de klachten serieus en belooft de opdrachtgever er aandacht aan te besteden.
B
U neemt de klachten serieus en zorgt ervoor dat uw leidinggevende contact opneemt met de opdrachtgever.
C
U onderzoekt de klachten eerst voordat u ze serieus neemt.
Slide 6 - Quiz
Wat is het doel van rapporteren?
A
Noteren van gegevens op de plaats van een ongeval of van een andere gebeurtenis.
B
Schriftelijk en/of mondeling
informeren en verantwoording afleggen.
C
Vaststellen en/of opschrijven van iets wat gebeurd is.
Slide 7 - Quiz
Wie moet u als eerste waarschuwen als u een telefonische bommelding ontvangt?
A
EOD.
B
Politie.
C
Hoofd beveiliging.
Slide 8 - Quiz
Welke informatie is terug te vinden in de specifieke instructies?
A
Dat de beveiliger weet hoe te handelen bij een calamiteit/onregelmatigheid.
B
Dat een beveiliger weet wanneer hij zijn brand- & sluitronde moet lopen.
C
Dat een beveiliger weet wat zijn taken zijn wanneer er incidenteel een VIP langskomt.
Slide 9 - Quiz
Wanneer mag een beveiliger overgaan tot visitatie?
A
ls men is belast met de toegangscontrole.
B
Als er sprake is van een vermoeden van een strafbaar feit en de verdachte toestemming geeft voor de visitatie.
C
Als het is voorgeschreven in de instructie voor de beveiliger en in het bedrijfsreglement.
Slide 10 - Quiz
John ontvangt als beveiliger vrachtwagens met aardappelen. Hij moet deze in zijn geheel wegen bij binnenkomst en vertrek. Welke informatie moet John in deze situatie registreren?
A
Het kenteken van de vrachtwagen, de vrachtbrief en het gewicht van de aardappelen.
B
De soort aardappelen en de identiteit van de leverancier.
C
Het verschil in gewicht van een volle vrachtwagen en een lege vrachtwagen.