TH3 - 14 december

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

TH3 - 14 décembre 

Information importante

SO Chapitre 6 ===>>> prévu pour le 15 janvier ! 

S'entraîner avec le vocabulaire 

(oefenen met vocabulaire)

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

Je mange un croissant pour le (petit-déjeuner).

1. avondeten
2. lunch
3. ontbijt
4. voorgerecht

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

(L'alimentation) biologique

1. voeding
2. alimentatie
3. granen
4. planten

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

Vous adorez (le goût) du fromage?

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

(Le cuisinier) est dans la cuisine.

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

Tu peux (peler) des pommes pour moi?

1. koken
2. schillen
3. verwarmen
4. snijden

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

Dans ce restaurant vous trouvez : l'entrée, (le plat principal) et le dessert

Avoir faim

1. dorst hebben
2. misselijk zijn
3. honger hebben

Wat betekent
'avoir soif' ?

Wat betekent : une pomme de terre

1. appel
2. aardappel

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

Tu préfères (le poisson) ou la viande?

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

(Un verre) de vin

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

(Une boisson) sucrée

Wat betekent het Franse woord tussen haakjes?

Mettre sur la table : (une fourchette), un couteau et une cuillère.


Mettre sur la table : (la fourchette), le couteau et une cuillère

Discuter et corriger exercice G