M3 herhalingsles SE: Het schrijven van een artikel

Het artikel

Voorbereiding op SE4
Mevrouw Vos
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het artikel

Voorbereiding op SE4
Mevrouw Vos

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel

Aan het eind van de les weet je hoe je een artikel schrijft 
volgens de regels van het examen.
Welke vragen heb je nog?

Slide 2 - Diapositive

Het Artikel
  • Hoe schrijf je een artikel?
  • Oefenen met het schrijven van een artikel
  • Komende twee weken kan je je oefenartikel inleveren om na te laten kijken

Slide 3 - Diapositive

Artikel = informatieve tekst
Doel = informatie geven

Voorbeelden:
- Een verslag van een festival in de krant
- Een tekst in een nieuwsbrief van school
-  Een tekst over games in een tijdschrift

Artikel Nu.nl

Slide 4 - Diapositive

Opbouw van een artikel
  • Plaats boven je artikel een passende titel
  • In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: wat je hebt ervaren en waarom je het artikel schrijft
  • In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..)
  • In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel
  • Zet je voor- en achternaam en soms ook je klas onder het artikel
  • Al deze onderdelen zijn losse alinea's!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Waar schrijf je het?
Middenstuk
Slot
Inleiding
Gisteren hadden wij een discussie in de klas......
Daar ben ik het niet mee eens, want.....
mijn conclusie is...

Slide 7 - Question de remorquage

Bekijk onderstaand artikel en bedenk:
wat is er goed en wat kan er beter?

Slide 8 - Diapositive

Aanleiding
Wat is een aanleiding?

Hoe schrijf je een aanleiding?

Ik schrijf dit artikel naar aanleiding van ...

Slide 9 - Diapositive

Schrijf in 1 zin de aanleiding bij de volgende situatie:

Slide 10 - Question ouverte

Wat zijn de kenmerken van een artikel?

Slide 11 - Question ouverte

Dus, let op:
  • Zet een titel boven je artikel.
  • Het artikel bestaat altijd uit een inleiding, middenstuk en slot. Dit zijn dus tenminste 3 alinea's.
  • Stel jezelf voor bij de inleiding.
  • Begin een alinea niet met 'ik'.
  • Houd bij het schrijven de volgorde van de opdracht aan.
  • Check of je alle punten in je artikel verwerkt hebt.
  • Controleer op hoofdletters, leestekens en de spelling van woorden.

Slide 12 - Diapositive

Beoordeling artikel
  • Inhoud: 9 punten - benoem alle punten die volgens de opdracht genoemd moeten worden. 
  • Taalgebruik: 9 punten - spelling, formulering, interpunctie. 
  • Conventies: 2 punten  - passende titel, alinea's, voornaam en achternaam, passend taalgebruik, logische volgorde. 

Slide 13 - Diapositive

Feiten en meningen
In een artikel staan vooral feiten
want het doel is de lezer te informeren 
over een bepaald onderwerp.

Slide 14 - Diapositive

Wat zijn feiten?
A
Zaken waar iedereen anders over kan denken.
B
Zaken die waar zijn en die je kunt controleren

Slide 15 - Quiz

Wat is waar over een argument?
A
Een argument is een reden waarom je iets vindt of doet.
B
Een argument herken je aan signaalwoorden, zoals: want, omdat en daarom.
C
Beide antwoorden zijn goed.

Slide 16 - Quiz

Feit, mening of argument?
Feit: een feit kun je controleren.
Mening: een mening is iets wat iemand vindt.
Argument: een reden waarom je een bepaalde mening hebt. Je herkent een argument aan signaalwoorden, zoals: want, omdat, daarom, namelijk. 

Slide 17 - Diapositive

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 18 - Quiz

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 19 - Quiz

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 20 - Quiz

Oefenen voor het SE

De komende twee weken kan je je artikel bij mij inleveren om na te laten kijken.

Slide 21 - Diapositive

Lesdoelen behaald?

Je weet nu hoe je een artikel schrijft volgens de regels van het examen.

Welke vragen heb je nog?


Slide 22 - Diapositive

SUCCES! JULLIE KUNNEN HET! 
SUCCES! JULLIE KUNNEN HET! 

Slide 23 - Diapositive