Britse Rijk (paragraaf 2) (2) Verdrag van Allahabad + Britse normen en waarden in India

Het Britse Rijk
Paragraaf 2
Les 2
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het Britse Rijk
Paragraaf 2
Les 2

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
1. Begin situatie van Britten in India

2. Veranderende verhouding tussen de Britten en India

3. Oorzaken en gevolgen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
- Je kunt aan het eind van de les minimaal één oorzaak noemen voor de veranderende verhoudingen tussen het Britse rijk en India.

-Je kunt aan het eind van de les het verschil benoemen tussen een directe en een indirecte oorzaak.

- Je kunt aan het eind van de les het verschil benoemen tussen onbedoelde en bedoelde gevolgen.

Slide 3 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer? 

We gaan even kijken of de informatie van de vorige les goed is blijven hangen. 

Er volgen een aantal stellingen. Het is aan jullie om te kiezen of deze juist of onjuist zijn. 

Slide 4 - Diapositive

Europese landen handelde graag met India omdat het een erg verdeeld land was zonder centraal gezag. (waar of niet waar?)

Slide 5 - Question ouverte

Alleen Engeland mocht handelen met India. (waar of niet waar?)

Slide 6 - Question ouverte

De Engelse veroverde grote delen van India en verkregen zo de grondstoffen uit het binnen land. (waar of niet waar?)

Slide 7 - Question ouverte

De Mogolvorsten vonden het vervelend dat de Engelse factorijen hadden op de Indiase kust. (waar of niet waar?)

Slide 8 - Question ouverte

Begin situatie van Britten in India
- Handelsmonopolie voor de EIC

- Factorijen aan de Kust

- Handelen via Indiase tussenpersonen (Bania's)


Slide 9 - Diapositive

Veranderende verhoudingen
- Engelse en Mogolvorsten konden goed overweg. 

- Beide verdienen ze goed aan de handel.


Slide 10 - Diapositive

Veranderende verhoudingen

- Mogoldynastie verliest macht over de lokale Indiase vorsten.


- Lokale vorsten gaan handelen met andere landen.


- Dit is tegen de handelsmonopolieafspraken maar de Mogolvorsten zijn te zwak geworden.


- EIC gaat dan zelf ingrijpen --> verdrag van Allahabad. 

Slide 11 - Diapositive

Veranderende verhoudingen
- Engelse zijn eerst alleen in factorijen aan de kust. Nu gaan ze bestuurlijke taken overnemen van de Mogolvorsten en lokale vorsten. Hier veranderd de verhouding dus van handelen naar kolonialiseren. 

Meerdere oorzaken:
1. Geld; Engeland wil de Handelsmonopolie bewaren
2. Verlies kolonië V.S. is onafhankelijk geworden en de suikerplantages in Jamaica en Barbados zijn niet meer winstgevend
3. Engelse willen meer grip op de handel binnen India, Bania's worden buitenspel gezet. 

Slide 12 - Diapositive

Noem twee oorzaken van de veranderende verhoudingen tussen Engeland en India.

Slide 13 - Question ouverte

Oorzaken
Indirecte oorzaak. Een indirecte oorzaak is een oorzaak die wel van invloed is geweest maar die de ontwikkeling of gebeurtenis niet gestart heeft. 

- Directe oorzaak of aanleidingEen directe oorzaak is de oorzaak die de ontwikkeling of gebeurtenis in gang heeft gezet. 



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Directe oorzaak of aanleiding
Indirecte oorzaken
Gevolg
V.S. wordt onafhankelijk van Engeland
Suikerplantages op Jamaica en Barbados zijn niet meer winstgevend
Mogolvorsten verliezen macht aan de lokale vorsten
Verhouding tussen Engeland en India veranderd. Engeland gaat India koloniseren.
Verdrag van Allahabad
Engeland wil meer grip krijgen op binnenlandse handel in India

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte oorzaak?

Slide 17 - Question ouverte

Britse normen en waarden in India
- India is voor het grootste deel Hindoeistisch en islamitisch. 

- Britten krijgen steeds meer voor het zeggen en gaan ook de Britse normen en waarden invoeren. 

Slide 18 - Diapositive

Oorzaak -- > Gevolg
- Bedoelde gevolgen en onbedoelde gevolgen.

-Onbedoelde gevolgen? 
          - Dingen kunnen misgaan (In oorlog wil iedereen winnen)
          - Bijzaken (Engeland wilde alleen geld verdienen)
          - Onbedoelde gevolgen zijn niet persé negatief of slecht. 

Slide 19 - Diapositive

Lees bron 29 op bladzijde 223 van je boek. Noem één oorzaak en één gevolg van de toespraak van William Wilberforce.

Slide 20 - Question ouverte

Was de door jou gekozen oorzaak een directe of een indirecte oorzaak? leg uit waarom.

Slide 21 - Question ouverte

Was het door jou gekozen gevolg een bedoeld of een onbedoeld gevolg? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Question ouverte

Lesdoelen:
- Je kunt aan het eind van de les minimaal één oorzaak noemen voor de veranderende verhoudingen tussen het Britse rijk en India.

-Je kunt aan het eind van de les het verschil benoemen tussen een directe en een indirecte oorzaak.

- Je kunt aan het eind van de les het verschil benoemen tussen onbedoelde en bedoelde gevolgen.


Controleer voor jezelf of alle lesdoelen behaald zijn. 

Slide 23 - Diapositive

Als je vragen hebt aan mij stel ze dan hieronder.

Slide 24 - Question ouverte

Dank voor de aandacht!

Slide 25 - Diapositive