Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Kerstrekenen
Slide 1 - Diapositive
Welk 3D figuur herken je in deze kerstbomen?
A
Driehoek
B
Cilinder
C
Kegel
D
Pyramide
Slide 2 - Quiz
Versier de boom zo snel mogelijk!!!
6x14
6x6
7x8
96÷6
12x4
68÷4
99÷9
78÷6
Slide 3 - Question de remorquage
Je rijdt met kerst naar de familie. De auto rijdt in anderhalf uur 135 km. Wat is de snelheid in km/u?
A
90 km/u
B
50 km/u
C
120 km/u
D
60 km/u
Slide 4 - Quiz
Elk vakje is 2cm breed en hoog. Wat is de oppervlakte van de kerstman?
A
107 cm2
B
214 cm2
C
321 cm2
D
428 cm2
Slide 5 - Quiz
Een kunstkerstboom is 1,80 meter hoog. De piek is 24 cm hoog. De helft van de piek gaat over de bovenste tak. Hoe hoog is de kerstboom inclusief de piek?
A
192 m
B
2,04 m
C
19,2 dm
D
204 cm
Slide 6 - Quiz
De zijdes van deze kerstster zijn 4,5 cm. Wat is de omtrek?
4,5
4,5
A
36 cm
B
72 cm
C
36 cm2
D
72 cm2
Slide 7 - Quiz
In het echt is deze kerstboom 2,5 m lang. Op de tekening is de kerstboom 5 cm. Wat is de schaal?
A
1 : 0,5
B
1 : 5
C
1 : 50
D
1 : 500
Slide 8 - Quiz
Het kerstdiner begint om zes uur. Het is 35 minuten rijden. Over hoeveel minuten moet ik weg?
A
215 minuten
B
255 minuten
C
275 minuten
D
315 minuten
Slide 9 - Quiz
Voor deze Kersttaart heb je 240 gram chocolade nodig. Je maakt 4 taarten. Hoeveel chocolade heb je nodig?
A
1,2 kg
B
890 gram
C
0,96 kg
D
940 gram
Slide 10 - Quiz
13,65 m
2,5 m
3 m
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel m3 past er in deze vrachtwagen. Rond af op een heel getal. Schrijf alleen het getal op.
Slide 12 - Question ouverte
Wel getal moet op het vraagteken staan?
timer
2:00
A
22
B
27
C
20
D
19
Slide 13 - Quiz
Voor deze Kersttaart heb je 200 gram bloem nodig. Je maakt 3 taarten. Hoeveel bloem heb je nodig?