2.1, 2.2, 2.3 Revisie | Toetsvoorbereiding 3HV

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

In de Roaring Twenties bloeide het industrieel kapitalisme, bijvoorbeeld door de snelgroeiende auto- en elektrotechnische industrie.

Snellere en goedkopere productie leidt tot: lonen omhoog en de prijzen omlaag.
Consumptiemaatschappij
Samenleving waarin veel consumptiegoederen worden verkocht. 

Slide 3 - Diapositive

Veel dingen (zoals auto's) werden aangeschaft op krediet: oftewel, leningen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

In 1929 had 60% van de Amerikaanse gezinnen zelfs een auto!

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn aandelen
Een aandeel is een bewijs van deelname in het kapitaal van een onderneming. Simpel gesteld, als je een aandeel koopt, ben je voor dat deel van het kapitaal van die onderneming eigenaar. De aandelen waar we het hier over hebben, worden op de beurs verhandeld.

Als mede-eigenaar van het kapitaal van een onderneming heb je meestal ook recht op een deel van de winst. Als het bedrijf (een deel van) de winst deelt met zijn aandeelhouders.

Slide 7 - Diapositive

Crisis in de jaren 20

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Op de toets

Slide 11 - Diapositive

Wat is een logisch gevolg van sneller en goedkoper produceren?

Slide 12 - Question ouverte

Oorzaken beurskrach
Gevolgen beurskrach
Massale werkeloosheid
Wantrouwen in aandelenmarkt
Banken gaan failliet
Demonstraties nemen toe
Mensen kopen massaal luxegoederen
De Amerikaanse overheid bemoeide zich niet met de economie

Slide 13 - Question de remorquage

Samenvatting
De VS waren in de jaren 1920 het rijkste land ter wereld.
Door de bloeiende economie ontstond er een consumptiemaatschappij.



Eind 1929 begon in de VS een langdurige economische crisis die door de handelscontacten over de wereld werd verspreid.


Vanaf 1933 bestreed de Amerikaanse regering de crisis door zich intensief te bemoeien met de economie. De crisis eindigde door de Tweede Wereldoorlog.

Slide 14 - Diapositive

Italië
Italië had in de Eerste Wereldoorlog aan geallieerde zijde gevochten, maar het leverde het land weinig gebiedsuitbreiding op. Ontevreden veteranen, zoals de journalist Benito Mussolini, vormden nationalistische knokploegen om meer gebieden te verkrijgen.

Mussolini was leider van de strijdgroep van fascisten, afgeleid van fasces, de takkenbundels waarmee lijfwachten in het Romeinse rijk mensen sloegen. Het symboliseerde macht en eenheid. 

Na de oorlog heerste chaos in Italië. Radicale socialisten organiseerden stakingen, rellen en bedrijfsbezettingen. De regering stond machteloos. Veel Italianen vreesden een communistische revolutie zoals in Rusland.
Bron: Noordhoff

Slide 15 - Diapositive


De Sovjet Unie


Je kunt uitleggen wat een vijfjarenplan is en wat collectivisatie is,
Je kunt benoemen wat het effect van Stalin zijn plannen was op de bevolking.
Je noemt voorbeelden van Stalin zijn plannen om Rusland groot te maken.

Je legt uit wat propaganda inhoudt en wat persoonsverheerlijking is.
Bij deze laatste twee kun je ook voorbeelden noemen.

Bron: Noordhoff

Slide 16 - Diapositive

Hoe zag de Sovjet-Unie onder Lenin er uit?
  • Eén partij heeft de macht: de Communistische Partij. 
  • Zij voeren het communisme in.
  • Geheime politie rekent af met ‘vijanden’ van de Revolutie.
  • Alle productie gaat naar de staat.
  • Geen privé-bezit.
  • Nationalisatie van banken en fabrieken.

Slide 17 - Diapositive

Opvolger van Lenin

Slide 18 - Diapositive

Stalin wordt dictator

  • Na dood van Lenin (1924) komt Stalin aan de macht.
  • Invoering Vijfjarenplan/ Planeconomie.
  • Hij wilde sterker worden dan de VS.
  • Industrialiseert de Sovjet Unie.


Slide 19 - Diapositive

Planeconomie
Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd. 

  • Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden. 5 jaar werd er dat bij de Sovjet Unie vastgelegd. 
  • Economisch gezien rampzalig, altijd tekorten.

Slide 20 - Diapositive


De Sovjet Unie
Josef Stalin in 1924 aan de macht.
Vastbesloten om van de Sovjet-Unie een
militaire en economische grootmacht te
maken.

- Industriële productie sterk opvoeren.
- Besluit de industrialisatie planmatig
  aan te pakken: vijfjarenplannen en
  collectivisatie.
Bron: Noordhoff
Vijfjarenplannen
De vijfjarenplannen gaven voorrang aan de zware industrie. Er kwamen hoge productiedoelen voor staal, kolen, olie en elektriciteit. Arbeiders werden onophoudelijk aangespoord om die doelen te halen en zo mogelijk te overtreffen. Als gevolg van Stalins planeconomie groeide de zware industrie in de jaren na 1928 spectaculair. Dat gaf Stalin de kans om een sterk leger op te bouwen.
Collectivisatie
Stalin zijn ingrijpende plannen voor de landbouw. Plattelandsbewoners moesten verhuizen naar steden. Daar was werk genoeg in de snelgroeiende industrie. Boeren die overbleven moesten hun land inleveren en zich aansluiten bij kolchozen, grote collectieve boerderijen. Met moderne werktuigen, zoals de tractor en de zaaimachines, konden ze dan grootschalig voedsel produceren. En op deze manier voldoende voedsel laten verbouwen voor de snelgroeiende stadsbevolking.

Slide 21 - Diapositive


Stalin: onze Grote Leider
- Stalin maakte gebruik van
   propaganda, net als Hitler. Op
   scholen leerden leerlingen dat
   Stalin een geweldige leider was.
- Pas na zijn dood kwam men
   erachter dat hij verantwoordelijk
   was voor ongeveer 20 miljoen
   doden. Propaganda geeft dus een
   onjuist beeld, geen werkelijkheid.

Slide 22 - Diapositive


Verheerlijking van
arbeiders en boeren




De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren,
dit zijn de helden van het land!

Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...
Propaganda (Stalin)

Verheerlijking van arbeiders en boeren. 
Boodschap: De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren, dit zijn de helden van het land!  

Slide 23 - Diapositive


Verheerlijking van
arbeiders en boeren




De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren,
dit zijn de helden van het land!

Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Persoonsverheerlijking:

Om het volk te laten zien dat Stalin de beste leider voor het beste volk, in het beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider: een vader voor het volk!

Slide 26 - Diapositive

 Persoonsverheerlijking

Slide 27 - Diapositive


Mislukking landbouwpolitiek
Boeren kwamen in opstand. Op de opstand werd hard 
gereageerd: boeren werden gedeporteerd en Stalin liet
gebieden uithongeren. Ook werden er opstandelingen vermoord.





Bron: Noordhoff
Vijfjarenplannen
De vijfjarenplannen gaven voorrang aan de zware industrie. Er kwamen hoge productiedoelen voor staal, kolen, olie en elektriciteit. Arbeiders werden onophoudelijk aangespoord om die doelen te halen en zo mogelijk te overtreffen. Als gevolg van Stalins planeconomie groeide de zware industrie in de jaren na 1928 spectaculair. Dat gaf Stalin de kans om een sterk leger op te bouwen.
Collectivisatie
Stalin zijn ingrijpende plannen voor de landbouw. Plattelandsbewoners moesten verhuizen naar steden. Daar was werk genoeg in de snelgroeiende industrie. Boeren die overbleven moesten hun land inleveren en zich aansluiten bij kolchozen, grote collectieve boerderijen. Met moderne werktuigen, zoals de tractor en de zaaimachines, konden ze dan grootschalig voedsel produceren. En op deze manier voldoende voedsel laten verbouwen voor de snelgroeiende stadsbevolking.
Herinnering aan de hongersnood, Kiev.

Slide 28 - Diapositive

Welke maatregelen nam Stalin zodat de industrie sneller zou groeien?

Slide 29 - Question ouverte

Wat voor gevolg(en) had dit op de Russische bevolking?

Slide 30 - Question ouverte

Dictators zoals Hitler en Stalin deden vaak aan propaganda. Wat is dat? Noem een voorbeeld van de propaganda van Hitler en/of Stalin.

Slide 31 - Question ouverte

Samenvatting
Na de Eerste Wereldoorlog was er onvrede en chaos in Italië. Met zijn fascisten presenteerde Mussolini zich als de sterke man die het land kon redden. In 1922 werd Mussolini premier. Hij maakte van Italië een eenpartijstaat en een dictatuur met het fascisme als de staatsideologie.

Onder Stalin kreeg de Sovjet-Unie een planeconomie. Er was een snelle industrialisatie en de landbouw werd gecollectiviseerd. Miljoenen onderdanen stierven door terreur of hongersnood. Stalin maakte van de Sovjet-Unie een totalitaire dictatuur. 


Slide 32 - Diapositive

Begrippen uitwerken
New Deal
Vijfjarenplannen, collectivisatie

Dolkstootlegende
Antisemitisme 

Dawes-plan
Verdrag van Versailles






Propaganda, indoctrinatie, totalitair, persoonsverheerlijking.

Stalin, Mussolini (Il Duce),
Hitler (der Führer), Roosevelt.

Fascisme, totalitarisme, nationaal-socialisme.

Slide 33 - Diapositive