Samenstellingen herhaling

Samenstelling


Deze les oefen je met samenstellingen.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Samenstelling


Deze les oefen je met samenstellingen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Je maakt een samenstelling van twee andere woorden. 
Let op : de laatste letter van het eerste woord en de eerste letter van het laatste woord. 
De laatste letter van hand is een d. De eerste letter van doek is ook een d. In een samenstelling blijven de letters allebei staan.
de handdoek

Slide 3 - Diapositive

Maak vijf samenstellingen met het woord deur. Het woord deur mag vooraan of achteraan staan

Slide 4 - Question ouverte

Welk woord is geen samenstelling ?
A
zwemles
B
zwempak
C
zwemmen
D
zwembad

Slide 5 - Quiz

Welk woord is fout geschreven ?
A
achtien
B
hoofdpijn
C
inktvis
D
handdoek

Slide 6 - Quiz

Er is één woord dat past op deze drie plaatsen. Welk woord?
….. ballon
…….bed
…….kussen

Slide 7 - Question ouverte

Maak de juiste samenstelling.
sleep de groene woorden naar het juiste gele woord.
vuur
schild
hoofd
zee
lucht
pijn
pad
ziek
ballon
rood

Slide 8 - Question de remorquage

Waarmee begint het tweede woord van de samenstelling?
rolluik
A
o
B
r
C
l
D
k

Slide 9 - Quiz

Waarmee eindigt het eerste woord van de samenstelling?
weggooien
A
w
B
g
C
o
D
n

Slide 10 - Quiz

Bij de volgende opdrachten vul je op je wisbordje elke keer de samenstelling in!

Slide 11 - Diapositive

Bram en Koen luisteren naar de autoradio.

Slide 12 - Question ouverte

De juf sprak over het broeikaseffect in de wereld.

Slide 13 - Question ouverte

Mijn vader kreeg de grasmaaier niet goed opgestart.

Slide 14 - Question ouverte

Ik gaf mijn moeder een mooie armband.

Slide 15 - Question ouverte

De douchegel is bij ons thuis bijna op.

Slide 16 - Question ouverte

In de kerstvakantie hoop ik altijd dat het gaat sneeuwen.

Slide 17 - Question ouverte

Hoe vond je het?
A
Ik vind dit nog moeilijk
B
Ik vind dit nog een beetje moeilijk
C
Ik snap dit bijna
D
Ik snap dit

Slide 18 - Quiz