Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordenschat H1+2
Beeldspraak H1+2
Even opfrissen: vergelijking, personificatie, metafoor en metonymie
1 / 24
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Beeldspraak H1+2
Even opfrissen: vergelijking, personificatie, metafoor en metonymie
Slide 1 - Diapositive
Beeldspraak H1
vergelijking
metafoor
personificatie
Slide 2 - Diapositive
Wat is personificatie?
Slide 3 - Question ouverte
Waar herken je een vergelijking aan?
Slide 4 - Question ouverte
Waar herken je een metafoor aan?
Slide 5 - Question ouverte
Een metafoor
A
is figuurlijk
B
is letterlijk
Slide 6 - Quiz
Mischa en Renee lijken op elkaar als twee druppels water.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
Slide 7 - Quiz
Die zwijnenstal moet je eerst opruimen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
Slide 8 - Quiz
Die kozijnen schreeuwen om een verfbeurt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
Slide 9 - Quiz
Metonymie
Bij een metonymie is er een bijzonder verband tussen het object [O] en het beeld [B].
Slide 10 - Diapositive
Men bedoelt een voorwerp, maar men noemt het materiaal waarvan het voorwerp gemaakt is.
We hebben een paar dagen lekker kunnen schaatsen, maar ik heb mijn
ijzers
nu maar weer ingevet.
Slide 11 - Diapositive
Je noemt een deel in plaats van het geheel.
Hij nam
een bloemetje
mee voor zijn vrouw (bedoeld wordt: een bosje bloemen).
Slide 12 - Diapositive
Je noemt de plaats of de ruimte in plaats van de aanwezigen.
De zaal
gaf de zanger een lang applaus (bedoeld wordt: het publiek).
Slide 13 - Diapositive
Men bedoelt de inhoud, maar men noemt het voorwerp.
Zullen we nog
een glaasje
drinken?
Slide 14 - Diapositive
Men bedoelt een voorwerp, maar men noemt de maker.
Het bezit een echte
Van Gogh
.
Slide 15 - Diapositive
Voordat we met de bus vertrokken, moesten we eerst de neuzen nog even tellen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 16 - Quiz
Na afloop van de voorstelling klapte de zaal.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 17 - Quiz
Toen we op de alpenweide lagen, hoorden we in de verte een beekje murmelen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 18 - Quiz
Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 19 - Quiz
Tijdens de najaarsstorm stoeide de wind met de bladeren.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 20 - Quiz
De leraar zat tijdens het proefwerk mistig voor zich uit te kijken.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 21 - Quiz
Die kleuter zit in 5 vwo.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 22 - Quiz
Doe mij nog maar een bakkie.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 23 - Quiz
Geef aan (als dit voor jou van toepassing is) welke vorm van beeldspraak je nog lastig vindt.
Slide 24 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Woordenschat: Metonymie
Mai 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
metonymie
Août 2020
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
metonymie
Novembre 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
metonymie
Novembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat H2: Metonymie
Novembre 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat les 4
Novembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
metonymie hfdst 3 klas 2 vwo
Janvier 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
metonymie
Janvier 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2