cursus 4.2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Spinnen en weven

• Europa was eeuwenlang een landbouwstedelijke samenleving

--> landbouw, handel en nijverheid als belangrijkste middelen van bestaan

• Men deed aan huisnijverheid.

Weefgetouw. Hier werd de stof geweven.

Wol kaarden.

Sinnen

Opwikkelen van gesponnen draad.

Oude energiebronnen

Ambachtslieden haalden de grondstoffen die ze nodig hadden uit:

• bodem, bos en landbouw

Energiebronnen:

• spierkracht (mens en dier)
• watermolens
• windmolens

Stoommachine

rond 1764 

• De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
• Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet

De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Nieuwe energiebronnen

• Mensen gingen stoomkracht gebruiken --> stoommachines
• Hierdoor werden mensen minder afhankelijk van de natuur.
• Stoommachies pasten niet in een huis --> hierdoor onstaan van fabrieken.

Werken in de fabriek

Door stoommachine veel veranderingen.

• In korte tijd werden veel producten gemaakt en vervoerd
• ondernemer werden werkgevers
• De mannen, vrouwen en kinderen die in dienst waren werden werknemers
• werknemers kregen lage lonen --> hierdoor kon industrie goedkoop produceren

Slechte Werkomstandigheden
industriële revolutie

Industriële revolutie

De winst die werkgevers maakten werd gebruikt om nieuwe fabrieken, bruggen en spoorlijnen te bouwern. In korte tijd groeide de industrie enorm.

Deze grote verandering heette industriële revolutie --> dit was een economische verandering

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.