Woordjes leren

Leren leren
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leren leren

Slide 1 - Diapositive

Woordjes leren

Slide 2 - Diapositive

Hoe leer je nu woordjes?

Slide 3 - Carte mentale

Leerpiramide van Bales

Slide 4 - Diapositive

Waarom moet je woordenlijsten niet alleen maar doorlezen?
A
Je onthoudt dan maar 10%
B
Je onthoudt dan maar 5%
C
je onthoudt dan maar 15%
D
Je onthoudt dan maar 20%

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Noem minimaal 3 tips uit de video Woordjes leren

Slide 7 - Question ouverte

Online
WRTS
Wozzol
woordjesleren.nl
Quizlet

Slide 8 - Diapositive

Flapmethode
1. Vel dubbelvouwen.
2. links woordjes, rechts antwoorden. 
3. Vel naar achteren vouwen.  4. Oefenen met woordjes. 

Slide 9 - Diapositive

Kaartjes
1. Kleine kaartjes.
2. Ene kant de woordjes, andere kant de antwoorden.
3. Oefen de kaartjes.
4. 2 stapels: goed en nog niet goed.

Slide 10 - Diapositive

Tekeningen
1. Tekeningen.
2. Oefen de tekeningen.

Slide 11 - Diapositive

Plekken
Koppel de woordjes aan plekken in huis of je omgeving.

Slide 12 - Diapositive

Ezelsbruggetje
Verzin gekke/ grappige ezelsbruggetjes bij de woordjes.

Slide 13 - Diapositive

Koppelen
Koppel nieuwe woorden aan woorden die je al kent.

voorbeeld: iglesia (kerk)
 iglú (iglo)

Iglo met kruis.



Slide 14 - Diapositive

Overhoren
Laat je overhoren, in tweetallen.

Slide 15 - Diapositive

Welke 2 methodes spreken je aan?

Slide 16 - Carte mentale

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Welke manier ga je
gebruiken om woordjes
te leren?

Slide 19 - Carte mentale

Tips voor het leren van woordjes
  1. Hardop lezen
  2. Woordjesprogramma's (WRTS, Wozzol, woordjesleren.nl, Quizlet)
  3. Hand op de woordjes
  4. Flitskaartjes
  5. Maak woorden visueel
  6. Mindmap

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Lien

Breingeheim 1 

Je kunt woorden (maar ook dingen uit het dagelijks leven) beter onthouden als je na het leren je ogen 30 seconden van links naar rechts en rechts naar links beweegt. Dit bleek uit een onderzoek. Probeer maar eens uit en kijk of het werkt! 
timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

Breingeheim 2 
Lijstjes met drie, vier of vijf woordjes kunnen we ons het gemakkelijkst herinneren. Dat heeft te maken met het werkgeheugen dat in de hersenen achter je voorhoofd zit. Hetwerkgeheugen (korter dan het kortetermijngeheugen) kan maar weinig informatie bevatten. Moet je een lange lijst met woordjes leren, deel die dan op in brokjes van drie, vier of vijf

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo