1e en 4e naamval + voltooid deelwoord -3vm

De 1e en 4e naamval
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De 1e en 4e naamval

Slide 1 - Diapositive

1e en 4e naamval
Vertaal de onderstreepte zinsdelen:

Der Wagen kostete 35.000 Euro.
Ich habe den Wagen nicht gekauft.

Wat valt je op?

Slide 2 - Diapositive

Wat valt je op?

Slide 3 - Question ouverte

1e en 4e naamval
In een schema ziet het lidwoord er als volgt uit:
                    mnl   vrl   onz   mv
1e = ond    der   die   das     die
4e = l vw    den   die   das    die

Dus alleen bij mnl woorden zit er een verschil tussen het onderwerp en het lijdend voorwerp

Slide 4 - Diapositive

Schema 1 en 4e naamval
In een schema ziet het lidwoord er als volgt uit:

                               mnl   vrl   onz    mv
1e = ond            der   die   das   die
4e = l vw           den  die   das   die

Dus alleen bij mnl woorden zit er een verschil tussen het onderwerp en het lijdend voorwerp

Slide 5 - Diapositive

Dus:
Die Oma ist einsam.
Ich rufe die Oma mal an . (ik bel de oma eens op)

Maar:
Der Skilehrer ist neu.
Ich habe den Skilehrer noch nicht gesehen.

Slide 6 - Diapositive

Nu zelf

Slide 7 - Diapositive

Vertaal het lidwoord:
1.(de) Bruder von Hans heißt Jan.

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal het lidwoord:
2. Hast du (de) Schwester von Jan gesehen?

Slide 9 - Question ouverte

3. Kennst du (de) neuen Lehrer schon?

Slide 10 - Question ouverte

Deel 2: Voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden

gemaakt/geleerd/gespeeld

Slide 11 - Diapositive

Hoofdregel
ge -stam - t 
machen
gemacht

Slide 12 - Diapositive

Dus: voltooid deelwoord van wohnen + spielen
Wordt:

Slide 13 - Diapositive

gewohnt
gespielt

Slide 14 - Diapositive

werkwoorden op -ieren

geen ge
notieren -notiert
reservieren -reserviert

Slide 15 - Diapositive

werkwoorden met stam op -d/-t
melden
gemeldet
arbeiten
gearbeitet

Slide 16 - Diapositive

ww met be-/ver-/er-
bezahlen
bezahlt
verwechseln
verwechselt
ersetzen
ersetzt

Slide 17 - Diapositive

 nu zelf: het voltooid deelwoord

Slide 18 - Diapositive

wohnen

Slide 19 - Question ouverte

erzählen

Slide 20 - Question ouverte

reden

Slide 21 - Question ouverte

tanzen

Slide 22 - Question ouverte

Bedankt voor het meedoen!

Slide 23 - Diapositive