Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Nakijken Gram. H2: 6 (1)
a dat … kocht (Het shirt)
b die … stelde (De vraag)
c dat … stond (het hek)
d die … club (De voetballer)
e dat … maken (het vliegtuig)
f die … Oscar (die animatiefilm)
Slide 1 - Diapositive
Nakijken Gram. H2: 7
1 die (Alle leerlingen)
2 Wie (m.i.a.) - degene die
3 wat (Alles)
4 Wat (m.i.a.) - dat wat
5 dat (het meisje)
6 wat (Het eerste)
7 Wat (m.i.a.) - dat wat
Slide 2 - Diapositive
Nakijken Gram. H2: 7
8 wat (Iets)
9 Wie (m.i.a.) - degene die
10 wat (De voetballer maakte een eigen doelpunt)
11 Wat (m.i.a.) - dat wat
12 Wie (m.i.a.) - degene die
Slide 3 - Diapositive
zin
vr. vnw
aanw. vnw
betr. vnw
antecedent / m.i.a.
onb. vnw
1
deze
Wie
m.i.a.
2
Die
wat
3
Wat
dat
het gerecht
4
Wie
m.i.a.
5
die, dat
dat
het konijn
6
Wat
m.i.a.
7
Wat
die
de plek
8
die
wat
Slide 4 - Diapositive
Nakijken Sp. H2: 1
1 Bezorgt, want dit is een persoonsvorm. Je schrijft dus de ik-vorm + t.
2 Barstten, want dit is de persoonsvorm in de verleden tijd. Volgens de regel van ’t kofschip schrijf je de ik-vorm + te(n).
3 Wordt, want dit is een persoonsvorm in de derde persoon (‘je moeder’). Je schrijft dus de ik-vorm + t.
4 Genas, want genezen is een klankveranderend (sterk) werkwoord.
5 Gebingood, want dit is een voltooid deelwoord. De stam (‘bingo’) eindigt niet op een medeklinker uit ’t kofschip, dus je schrijft een d. Je voegt een extra o toe om uitspraakproblemen te voorkomen.
Slide 5 - Diapositive
Nakijken Sp. H2: 1
6 Meld, wat dit is de gebiedende wijs. Je schrijft dus de ik-vorm.
7 Gefinisht, want de stam van finishen (‘finish’) eindigt op een letter uit ’t kofschip. Je schrijft het voltooid deelwoord daarom met een t. Een extra letter om uitspraakproblemen te voorkomen, is niet nodig.
8 Gebloosd, want de stam van blozen (‘bloz’) eindigt niet op een letter uit ’t kofschip. Dit voltooid deelwoord schrijf je dus met een d.
9 Oogsten, want dit is een infinitief. Je schrijft dus het hele werkwoord.
10 Strandden, want dit is een persoonsvorm in de verleden tijd. De laatste letter van de stam (‘strand’) komt niet voor in ’t kofschip, dus je schrijft de ik-vorm + de(n).
Slide 6 - Diapositive
Nakijken Sp. H2: 2
a fornuizen - fornuisje
b extra’s - extraatje
c typen en types - typetje
d braderieën - braderietje
e geen meervoud - muziekje
f displays - displaytje
Slide 7 - Diapositive
Nakijken Sp. H2: 2
g apps - appje
h paraplu’s - parapluutje
i seconden en secondes - secondetje
j cafés - cafeetje
k hobby’s - hobby'tje
l bikini’s - bikinietje
Slide 8 - Diapositive
Nakijken Sp. H2: 3
Fout: 1, 3, 5 en 6
1 tosti’s
3 x’en
5 Wies’ idee
6 m’n beste vriend
Slide 9 - Diapositive
Nakijken Sp. H2: 5
Je kunt dit woord op twee manieren uitspreken.
1 Nederlanders zeggen meestal ‘maais’ en dan is er dus geen klinkerbotsing.2 Vlamingen zeggen vaak ‘maa-ies’ en dan is er wel een klinkerbotsing, dus zij zullen eerder ‘maïs’ schrijven.