N4: Grootheden en eenheden: 5.2 Gewicht

N4: 
Grootheden en eenheden 
5.2 Gewicht
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

N4: 
Grootheden en eenheden 
5.2 Gewicht

Slide 1 - Diapositive

Rekendoelen
  • Je kunt bekende maten voor gewicht gebruiken om schattend te rekenen.
  • Je kunt precies rekenen met eenheden voor gewicht.
  • Je kunt bronnen aflezen voor het bepalen van gewicht.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Kan het dametje met de cm meten

Slide 4 - Diapositive

4800 mg = ------- g ?

Slide 5 - Question ouverte

1836 mg + 2,1 g = -------- mg

Slide 6 - Question ouverte

<- Henk staat op de weegschaal.

Jaap weegt 2600 gram minder dan Henk. Hoe zwaar is Jaap?

Slide 7 - Question ouverte

Hoeveel weegt een koe ongeveer?
7 gram
7 ton
700 kg
7000 mg

Slide 8 - Question ouverte

maximaal laadvermogen is 11 ton.
Hoeveel koeien kunnen er in de aanhanger vervoerd worden?

Slide 9 - Question ouverte

Een gemeente wil een nieuwe zandbak aanleggen. De materialen die daarvoor nodig zijn, bestelt de gemeente bij Van der Zand.

De gemeente bestelt 6 m zandbakelementen en 2 m3 speelzand. Van der Zand moet 24 km rijden.


Hoeveel is de gemeente kwijt aan materialen inclusief transportkosten? 
Rond af op twee decimalen.

Slide 10 - Diapositive